Tramremise
Het witte gebouw met zijn opvallende gevelbelettering ‘Gooische Stoomtram Anno 1881’ was vroeger remise met werkplaats en hoofdkantoor van de eerste (en laatste) tramlijn naar het Gooi. Jarenlang zijn met dit vervoermiddel talloze Amsterdammers, veelal dagjesmensen, heen en weer naar het Gooi gebracht. Populaire bestemmingen waren Muiderberg, dat vóór de afsluiting van de Zuiderzee een belangrijke badplaats voor gezinnen uit de hoofdstad was, en de Brink in Laren waar men poffertjes kon eten.

‘Gooische moordenaar’
Omdat de meeste plaatsen in het Gooi geen aansluiting hadden op het spoorwegnet, werd in 1880 N.V. Gooische Stoomtram opgericht. Eén van de initiatiefnemers was Jan Hamdorff, die in Laren een hotel dreef en op meer klandizie hoopte. Het eerste baanvak liep tot Diemerbrug, waarna de lijn werd doorgetrokken tot Muiderberg (1881), Laren/Huizen (1882) en later tot Hilversum. In de volksmond stond het vervoermiddel al gauw bekend als de ‘Gooische moordenaar’ vanwege zijn betrokkenheid bij veel verkeersongelukken. De Middenweg had in het begin nog een landelijk karakter en het traject was deels enkelsporig. Niemand was er dan ook rouwig om dat de tramdienst Amsterdam-Laren-Hilversum in 1939 werd opgeheven. Eén Henschel-stoomtramloc (nr. 18) en twee rijtuigen (nrs. 21 en 22) doen nog regelmatig dienst bij de Museumstoomtram Hoorn-Medemblik.

Botsing
Zoals gezegd vonden regelmatig ongelukken plaats, waarbij de Gooische Moordenaar was betrokken. Het ergste ongeluk gebeurde op 7 augustus 1927 bij Laren. Hier botsten twee trams frontaal op elkaar met vier doden, zeven zwaar- en enkele lichtgewonden als gevolg. Clinge Doorenbos dichtte: "Op de weg van stad naar Gooi. Loert nog steeds op slinkse wijze. Hein de Dooie Dood op prooi. Onze veelbesproken stoomtram. Onze Gooise Prullman-trein. Werkt nog steeds in hoge mate. Met zijn stinkstoomrookgordijn."