Haarlemmerplein
Eeuwenlang vormde het huidige Haarlemmerplein het westelijk uitvalpunt van Amsterdam. Wanneer de stad in de 17de eeuw uitgroeit tot één van de grootste handels- en industriesteden van Europa, vinden voortdurend stadsuitbreidingen plaats. Dat betekende ook dat de stadswallen, die Amsterdam verdedigde tegen aanvallers en indringers, steeds verlegd moesten worden. In 1613 verschuift de stadswal wel een kilometer in westelijke richting! Er verrees tussen 1615 en 1618 op de plaats van het huidige Haarlemmerplein een nieuwe Haarlemmerpoort, ontworpen door de beroemde architect Hendrick de Keyser. Bij de poort was een gebied helemaal ingericht voor handel en transport en alle bedrijvigheid die daarmee samenhangt, zoals een wagenplein en hoefsmederijen. Het belangrijkste vervoermiddel was toen immers paard en wagen.

De weg over de Spaardammerdijk
Wie in Westelijke richting wilde reizen was lange tijd gedwongen vanaf de Haarlemmerpoort de weg over de Spaarndammerdijk te nemen. Deze kronkelde eindeloos langs het water van IJ en Houtrak. Dat veranderde allemaal in de jaren 1631-1632 met de komst van de Haarlemmertrekvaart, die Amsterdam en Haarlem in een bijna rechte lijn met elkaar verbond. Bij de Haarlemmerpoort kon je toen kiezen of je gebruik maakte van de oude weg over de Spaarndammerdijk, de trekschuit nam óf de nieuwe weg, die direct ten zuiden parallel aan de trekvaart was aangelegd. Op de nieuwe weg werd tol geheven. Bovendien hadden koetsen en wagens toen nog geen vering – die werd pas eind 18de eeuw uitgevonden – en het is dan ook niet verbazingwekkend dat de comfortabel door het water glijdende trekschuit hét middel voor personenvervoer werd. In het midden van de 17de eeuw reisden wel 150.000 mensen per jaar met de trekschuit tussen de twee steden. Ook wie een buitenplaats bezat, langs de trekvaart zelf of veel westelijker in Kennemerland, begon zijn reis bij de Haarlemmerpoort.

Nieuwe poort
In de jaren '30 van de 19de eeuw veranderde er veel op en rond het Haarlemmerplein. Zo werden de stadswallen geslecht (dat is een ouderwets woord voor ‘met de grond gelijk gemaakt’). In 1837 werd, nadat een jaar ervoor al een schoorsteen was ingestort, de poort gesloopt. Hij werd vervangen door de poort die er nu nog staat en eigenlijk Willemspoort heet – maar iedereen noemt hem gewoon Haarlemmerpoort. Eigenlijk was het een nogal pronkerig en uit de kluiten gewassen gebouw voor de functie die het had: het innen van accijnzen. Al snel werd die functie overbodig: in 1866 werden de accijnzen afgeschaft. Na korte tijd als brandweer- en politiepost te hebben gediend, overleefde het gebouw verschillende sloopplannen. Nu wordt het bewoond, door 26 personen maar liefst. In de 19de eeuw vond nog een belangrijke gebeurtenis plaats: de aanleg van de eerste Nederlandse spoorlijn. Deze liep van Amsterdam naar Haarlem, praktisch parallel aan de trekvaart en de Haarlemmerweg die er al lagen.

Wagenplein
Het Haarlemmerplein is ook nu nog een beetje een wagenplein, maar dan wel voor gemotoriseerde wagens. In de vorige eeuw wemelde het van de garages en tankstations op het plein. Nu zijn alleen garage Kroon en oliehandel S.W. Hettema (“Door ons loopt alles gesmeerd’’) daar nog van over. De laatste is meteen te herkennen aan het nostalgische ESSO uithangbord. De zaak is er al sinds 1928 gevestigd en wie het beleefd vraagt, mag vast wel de oude foto’s op het kantoortje bekijken.