Bouw van Villa Kranenburg
Kranenburgh is een typische notabelenvilla uit de late 19de eeuw. Het herenhuis, dat iets buiten de dorpskern van Bergen ligt, is in 1882 gebouwd voor Jacob van Reenen en zijn ondernemende echtgenote Marie van Reenen-Völter (stichtster van de badplaats Bergen aan Zee). Jacobs vader, stammend uit een oud-Amsterdams patriciërsgeslacht, had het voor zijn oudste zoon laten bouwen op een deel van zijn uitgestrekte landgoed. De architect, wiens naam niet bekend is, ontwierp een klassiek ogend, rechthoekig bouwvolume van baksteen met gepleisterde pilasters en hoekblokken. Het huis ligt met de achterkant naar de straatzijde gekeerd.

Burgemeesterswoning
Kort na de bouw, in 1885, aanvaardde Jacob van Reenen het burgemeestersambt van Bergen. Vanaf dat moment ging Kranenburgh fungeren als burgemeesterswoning. Achter het bovenraam links was de werkkamer van ‘Heer Jacob’ gesitueerd. Het echtpaar Van Reenen-Völter kreeg vijf kinderen, wat leidde tot de nodige aanpassingen aan het huis. Zo vond aan de westzijde een vergroting plaats van de eetkamer met een serre, waarop een balkon werd aangelegd. Ook de keuken en de salon kregen ruimere afmetingen. De oorspronkelijke oprijlaan, die achterom het huis (aan de voorkant!) van het ene toegangshek naar het andere liep, kwam door de verbouwingen te vervallen en maakte plaats voor een andere oprit. Ook de nu nog bestaande tuinvorm dateert uit die tijd, de late 19de eeuw.

Bewoners
Villa Kranenburgh werd in opdracht van de Amsterdammer Jan Jacobus Henricus van Reenen, Heer van Bergen, voor zijn zoon Jacob gebouwd. Zelf bewoonde hij de 17de-eeuwse buitenplaats Het Oude Hof, iets ten westen van de nieuwe bouwlocatie. Hoewel de naam Kranenburgh anders doet vermoeden, staat het huis niet op de grondvesten van een ouder gebouw. Die moeten schuin aan de overkant van de Hoflaan hebben gelegen. Daar stond omstreeks 1560 het huis Craen Berch, bewoond door Sebastiaan Craenhals van Hottinga, politicus en één van de initiatiefnemers van de drooglegging van het Bergermeer. Craenhals werd in 1577 vermoord en van zijn huis is niets meer over. De 19de-eeuwse Villa Kranenburgh is tot 1952 in het bezit van de familie Van Reenen gebleven. De nieuwe eigenaar werd toen de gemeente Bergen. Kranenburgh kreeg vervolgens diverse culturele bestemmingen, totdat in de late jaren '60 de woonfunctie - tijdelijk en tegen een symbolisch huurbedrag - werd hersteld. Ruim twintig jaar lang zou het de woon- en werkplek zijn van de Amsterdams-Bergense kunstenares Ans Wortel. Sinds 1993 huisvest het gebouw Museum Kranenburg, nu Nieuw Kranenburg genoemd, dat in hoofdzaak is gewijd aan schilders van de Bergense School. Rondom het museum ligt een publiek toegankelijke beeldentuin.

Kunstenares Ans Worel
In 1969 brak een tumultueuze tijd aan voor Kranenburgh, toen de Amsterdamse kunstenares Ans Wortel er kwam wonen en werken. Het riante atelier had zij te danken aan de toenmalige kunstminnende burgemeester van Bergen, Lo de Ruiter. De gemeenteraad stemde in met het besluit, een gang van zaken die bij enkele Bergense kunstenaars en bewoners in het verkeerde keelgat schoot. De situatie liep uit de hand en er vlogen in huize Wortel zelfs stenen door de ruiten. Ans Wortel zelf was radicaal en compromisloos, als persoon en als kunstenares, wat het wederzijds begrip niet zal hebben bevorderd. Ondertussen had de gemeente Bergen zijn eigen plannen met Kranenburgh. Er moest een museum voor de Bergense School in het gebouw komen en daar paste bewoning door Wortel niet meer in. De eerste ontruimingsplannen dateren al van de vroege jaren '70, maar de bewoonster wilde niet van wijken weten. Wat toen ontstond was een juridisch conflict dat ruim twintig jaar zou duren.

De vraag waar alles om draaide was of de gemeente het pand nu beschikbaar had gesteld op basis van een bruikleen- of een huurovereenkomst. De gemeente vond dat de eerste contractvorm was gehanteerd, Wortel de tweede. De media zaten bovenop de kwestie, die met enige regelmaat zelfs Wortels kunstenaarschap beïnvloedde. Zij begon omstreeks 1980 aan een meerdelige autobiografie, waarvan het laatste deel Twintig jaar wachten op weggaan door de verbitterde toon nooit is gepubliceerd. Uiteindelijk verloor Wortel de juridische strijd. In maart 1991 moest zij huize Kranenburgh verlaten, dat twee jaar later als Museum Kranenburgh zijn deuren opende. De kunstenares vertrok naar Brabant, waar ze in 1996 stierf. "Niet alleen de gemeente, maar ook de buurtbewoners zagen me liever vertrekken. Ik begrijp nog steeds niet waarom ik hun pispaal moest zijn", aldus Wortel in het jaar van haar overlijden.

Kijk voor meer informatie over Museum Kranenburgh op http://www.museumkranenburgh.nl/.