Willem Karel Frederik Zwierzina (1862-1942)

Zwierzina kijkt in zijn publicatie 'Penningen geslagen of gegoten in de jaren 1880-1935. Koninklijke Begeer' dat in 1935 was verschenen. Foto door J.J. Hens, 1935

Alle rechten voorbehouden

De man der penningen

Op 27 december 1932 werd Willem Karel Frederik Zwierzina (1862-1942) ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag in het Amsterdams Historisch Museum in het Waaggebouw gehuldigd. De huldiging vond plaats op de eerste verdieping waar hij een tentoonstelling met Amsterdamse penningen had ingericht. Van de stad ontving hij uit handen van de directeur van het museum Cornelis Baard een zeldzame penning als dank voor alle goede zorgen rond de stedelijke penningencollectie. Volgens de verslagen in de dagbladen vertelde 'de man der penningen' Zwierzina vervolgens over zijn liefde voor penningen. 

Zwierzina verzamelde al op jonge leeftijd en bracht in de loop der jaren een unieke collectie gedenkpenningen bijeen, die een uitvoerig overzicht van de Nederlandse geschiedenis en medailleerkunst vormde. Hij publiceerde over allerlei numismatische onderwerpen en groeide uit tot een van Nederlands meest vooraanstaande deskundigen op het gebied van de vaderlandse penningen. Dat deed hij naast zijn werk als ambtenaar van belastingen in diverse Nederlandse gemeenten en zijn gezin met drie kinderen.

Gemeentelijk numismaat

Na zijn pensioen in 1925 kon hij zich geheel wijden aan de penningkunde. Hij was al enkele jaren conservator van de numismatische collectie van het Konlinklijk Oudheidkundig Genootschap, toen Baard hem vroeg in het nieuwe historische museum in de Waag vitrines met penningen in te richten. In 1929 trad Zwierzina toe tot de Commissie van Advies voor het Amsterdamsch Historisch Museum om zich zoals hij zelf schreef te ‘wijden aan de sedert de oprichting van het Museum op verzoek van den Heer Baard op mij genomen taak, om de zoo belangrijke penningenverzameling der Stad te komplementeeren en te katalogiseeren’. In documenten die in het collectiearchief van het Amsterdam Museum zijn bewaard is te lezen dat hij dat onbezoldigd en met veel enthousiasme deed.

Erepenning van de stad Amsterdam, Chris van den Hoef, 1922 (inv.nr. PA 2125)

Erepenning van de stad Amsterdam, Chris van den Hoef, 1922 (inv.nr. PA 2125)

Alle rechten voorbehouden

Honderden aanwinsten

Zwierzina ging direct voortvarend aan de slag en ging op zoek naar Amsterdamse penningen van na 1888 die in de stedelijke collectie vrijwel geheel ontbraken. Zo constateerde hij dat 'zeker zonderling' de erepenningen van Amsterdam niet in de stedelijke verzameling zaten! Van deze ontbrekende erepenningen werden daarom in 1930 bij Begeer nieuwe afslagen gemaakt en aangekocht, zoals de mooie penning naar ontwerp van Chris van den Hoef. In de jaarverslagen van de jaren 1929-35 worden honderden penningenaanwinsten genoemd, waarvan de meeste waren geschonken. 

Kaartsysteem Zwierzina PA 2125

Kaartsysteem Zwierzina PA 2125

Alle rechten voorbehouden

Hij legde de hele verzameling in een kaartsysteem vast, waarbij iedere penning een beschrijving in zijn prachtige regelmatige handschrift kreeg.

In 1934 kreeg hij een meningsverschil met directeur Baard en conservator Van Regteren Altena die de vitrines met penningen wilden weghalen om meer ruimte voor schilderijen en andere voorwerpen te krijgen. Zwierzina zette toen zijn activiteiten voor het museum op een lager pitje. In de volgende jaren werden nauwelijks penningen verworven. 

Laatste jaar

In januari 1942 bood Zwierzina de opvolger van Baard, David Roëll aan om de collectie weer aan te vullen en de nog onbeschreven penningen te beschrijven. Roëll ging accoord en stelde voor dat hij de nieuwe aanwinsten zolang thuis bewaarde. Vanaf eind 1940 was de Waag namelijk gesloten en was de collectie in schuilkelders ondergebracht. 

Brief van Zwierzina aan Roell, dd 12 juli 1942

Brief van Zwierzina aan Roell, dd 12 juli 1942

Zwierzina schreef op 9 juli 1942 aan Roëll dat hij na de oorlog met de hulp van een student in de geschiedenis de penningen in de Waag weer 'in de oude orde' wilde terugbrengen. Drie maanden later overleed hij thuis op het Kwakersplein. 'Tot het laatst toe heeft de heer Zwierzina zich met zijn geliefde penningkunde bezig gehouden. De avond voor zijn dood was hij nog bezig met een bewerking van zijn gildepenningen', aldus de voorzitter van het Genootschap Munt- en Penningkunde in het In memoriam. Onder grote belangstelling van vooral penningkundigen werd Zwierzina op 19 oktober begraven op de begraafplaats 'Huis te Vraag' aan de Sloterweg. Drie dozen met de kaartcatalogus en een doos met penningen werden begin november bij David Roëll afgegeven. 

 

Dit is de vijfde blog in een serie blogs ter gelegenheid van de presentatie 'Amsterdamse munten en penningen'. Deze tentoonstelling was van 19 juli tot en met 12 november 2017 te zien in Museum Willet-Holthuysen

Een uitvoerig artikel over Willem Zwierzina is in voorbereiding en zal hopelijk volgend jaar verschijnen.