De inrichting van het buitenterrein is uitgevoerd in nauwe samenwerking met het Stadsdeel Noord naar een ontwerp van Joyce van den Berg en Katherine Engelen. Een van de randvoorwaarden was dat er een zitgelegenheid zou worden gecreëerd die past bij de sobere uitstraling van het nieuwe gebouw en het stoere, industriële karakter van de omgeving. Zo ontstond het project Het geheugen van de bomen, dat resulteerde in de plaatsing van tafels en banken en in twee fotoseries van Nina Kopp.
Centraal in het project staan vijf populieren, die in de afgelopen decennia aan de Zuiderzeeweg in Amsterdam-Noord hebben gestaan. De bomen werden in 2011 door het stadsdeel aangewezen voor de kap en zouden als afvalhout worden versnipperd. Maar het liep anders: door alert optreden van landschapsarchitect Joyce van den Berg hebben de bomen een tweede leven gekregen en door de vasthoudende fotograaf Nina Kopp is de transformatie van bomen naar tafel en banken fraai gedocumenteerd in twee fotoseries: Van boom tot bank en Boomportretten.
Het museum heeft hieruit een zestal foto’s aangekocht: vijf portretten van de bomen in kwestie en een foto van één van deze bomen in zijn omgeving. De foto’s vormen een verwijzing naar de banken en tafel die voor het gebouw zijn geplaatst. Door de omvang, het geheel is tien meter lang, en de robuuste materialen harmoniëren de meubels met de lange lijnen van de omgeving en het ruige karakter van de IJ-oever. Banken en tafels worden omzoomd door siergrassen die golven in de wind en een vloeiende overgang vormen naar het nabij gelegen IJ. Voor wie goed kijkt, zijn in het donkerbruine hout nog steeds de vijf imposante populieren te zien die in Amsterdam-Noord zijn opgegroeid.
In de hal van het Collectiecentrum zullen de foto’s worden gemonteerd. De taak van het Amsterdam Museum, dat als beheerder van het Amsterdams erfgoed verantwoordelijk is voor de duurzaamheid en vitaliteit van het geheugen van de stad, wordt in de foto’s op originele wijze verbeeld.