Met de grootschalige verhuizing ophanden naar het nieuwe depotgebouw in Noord, werd het ook hoog tijd om te beginnen aan de inventarisatie van dit laatste ‘plukje’ objecten. Met ondersteuning van Gerlach zijn twee medewerkers sinds vorige week fulltime bezig met het uitpakken, fotograferen, beschrijven en weer (beter) inpakken van de burgemeestergeschenken. Hiervoor zijn vier weken uitgetrokken, aangezien het volgens een voorzichtige schatting om tenminste duizend objecten moet gaan.

Sinds 1975 zijn de burgemeestersgeschenken stelselmatig in de depots het Amsterdams Historisch Museum opgeslagen. Op enkele uitzonderingen na werden de objecten zelden geregistreerd, meestal kwamen ze onuitgepakt in de stellingen terecht. Om die reden konden we de vraag van Paul Arnoldussen dan ook niet bevredigend beantwoorden. Het zilveren montuur met de twee olifantstanden (zie foto) was snel te traceren. Maar de standplaats van de twee speren en het rijk bewerkte schild van rood buffelleer bleef een raadsel. – Tot gisteren althans!

De eerste week heeft in ieder geval al de nodige interessante vondsten opgeleverd. – Daarover later meer! Het goede nieuws van dit moment is dat een duik in de archieven ons ook het aanknopingspunt heeft opgeleverd voor het bepalen van de locatie van de speren en het bijzondere schild. In een oud lijstje bleek namelijk te zijn aangetekend dat de objecten in 1954 aan het Instituut voor de Tropen zijn overgedragen. En omdat ook de collectiegegevens van het KIT tegenwoordig online zijn te raadplegen, kostte het ons vervolgens nauwelijks vijf minuten om de juiste gegevens te vinden. Wat hebben we toch heerlijk werk!