Enkele jaren na de inwijding van het gebouw vervaardigde Jan Victors twee schilderijen voor de diaconessenkamer. Op het getoonde schilderij staat de dagelijkse zorg in de eetzaal centraal, waar sober geklede weesmeisjes aan lange tafels zitten. Twee van hen scheppen diepe borden pap op uit een enorme ketel. Ernaast staat een schaal met roggebrood. Een toezicht houdende vrouw geeft aan waar nog op eten wordt gewacht. Op de tafels is te zien dat de weesjes samen uit één bord eten. Hetzelfde geldt voor het dunne drieguldensbier dat links uit een vat wordt getapt. Een van de meisjes gaat rond met een kroes, waaruit zij de kleintjes laat drinken. De ‘broodsnyder’ loopt rond om brood uit te delen en op de achtergrond leest een meisje voor uit de bijbel.

Aardig is dat enkele weesmeisjes aan tafel zich bewust lijken van onze aanwezigheid door op te kijken. De toeschouwer wordt aldus actief bij de liefdadigheid betrokken, omdat deze de rol van bezoeker van het weeshuis krijgt toebedeeld. Meer informatie