#020today: Veiling verzameling De Groot
Op 20 december 1804 kwam de kunstcollectie onder de hamer van een van de belangrijkste Amsterdamse verzamelaars van de achttiende eeuw: de uitgever, boekhandelaar en loterijhouder Jan de Groot (1733-1801). Hij had in 1769 de boekhandel van zijn vader in de Kalverstraat (nu nr. 10) voortgezet en uitgebreid met een loterijkantoor. Na de verkoop van zijn handel in 1790 legde De Groot zich meer toe op zijn kunstverzameling. Deze bewaarde hij in zijn woonhuis aan de Keizersgracht, tegenover de Westermarkt (voorheen nr. 187). De voorgevel van het huis vormt het decor van het hiernaast getoonde, bijzondere portret. Het schilderij werd in 1777 door Hendrik Pothoven, het jaar waarin De Groot het pand betrok als huurder.
De verhuizing vormde wellicht de aanleiding tot de opdracht aan Pothoven, van wie De Groot ook stadsgezichten bezat. Op het schilderij is de heer des huizes samen met zijn 9-jarige dochtertje Margaretha Elisabeth (1768-1814) afgebeeld. Zijn eerste vrouw Aletta Steenbergen was vijf jaar eerder overleden; de dame op de achtergrond kan als Margaretha Steenmulders (ca. 1705-1777) worden geïdentificeerd, de moeder van de opdrachtgever. Haar beeltenis is waarschijnlijk bedoeld als postuum eerbetoon. Meer informatie