Georgius de Grote, beter bekend als Joris, wordt in de derde eeuw in Cappadocië geboren. Zijn levensverhaal berust grotendeels op legendevorming. Hij dient in het leger van Diocletianus en bereikt er de hoge rang van officier. Als de keizer een decreet uitvaardigt waarin de vervolging van christenen wordt bevolen, verscheurt de jonge officier dit bevelschrift in het openbaar. Hij maakt zich als christen bekend. Het antwoord van de keizer laat zich gemakkelijk raden; Joris wordt gemarteld. Hij krijgt de gifbeker gepresenteerd, wordt aan een rad met twee snijdende zwaarden gebonden en in een ketel met kokende olie gedompeld; beproefde methoden die bij een heilige-in-spe doorgaans geen zoden aan de dijk zetten. Uiteindelijk wordt hij onthoofd. Rond 300 sterft Joris vermoedelijk in Lydda in Palestina, voor het openlijk belijden van zijn geloof. Het feest van zijn overlijden –het wisselen van het aardse voor het eeuwige- wordt op 23 april gevierd. De eerste levensverhalen verschijnen in de vijfde eeuw. In de dertiende eeuw breekt Joris pas echt goed door via de Gulden Legenden waarin zijn gevecht tegen de draak wordt beschreven.

De stad Silene wordt geteisterd door een draak, die in de moerassen buiten de stad leeft. Om de giftige dampen uitstotende draak tevreden te stellen geven de bewoners van de stad hem steevast twee schapen te eten. Als de veestapel uitgeput raakt besluiten de Sileners de draak voortaan één schaap en één kind voor te schotelen. Dat kind wordt door het lot aangewezen. Op een dag valt het dochtertje van de koning de twijfelachtige eer te beurt om als maaltijd voor het monster te dienen. De koning aarzelt maar laat uiteindelijk de kleine prinses alleen achter aan de rand van het moeras. Dan rijdt de met lans en zwaard getooide Joris voorbij. Hij hoort het snikkende prinsesje en gaat op zoek naar de draak. Hij vindt en vangt het beest en weet hem aan te lijnen aan de gordel van het koningskind. Het vurige beest wordt terstond zo mak als een lammetje en laat zich als een schoot¬hondje de stad invoeren waar velen het drietal gadeslaan. Joris belooft de getemde draak te doden als de inwoners van Silene zich door hem laten bekeren. De koning en zijn onderdanen stemmen toe. Voor de ogen van de aanstaande dopelingen doodt Joris de draak met één stoot van zijn lans.

In een christelijke context is de strijd tussen Joris en de draak er een tussen goed en kwaad. De draak verbeeldt het heidendom. Het vuurspuwende beest krijgt meer en meer het karakter van het kwaad; de duivel in het bijzonder. Als de christelijke Joris de draak verslaat, verslaat hij dat kwaad. Het goede overwint. De maagdelijke koningsdochter staat symbool voor de bekeerde stad.

Bij het uitgaan van de Middeleeuwen is de onverschrokken Joris razend populair. Een van de redenen waarom menig schuttergilde hem als schutspatroon adopteert. Het Voetbooggilde van Amsterdam niet uitgezonderd.