In de zeventiende eeuw was er nog geen sprake van Elfstedentochten – de eerste vond plaats in 1909 – maar op schilderijen uit die tijd is te zien dat er wel al volop werd geschaatst. De zeventiende eeuw staat ook wel bekend als de ‘kleine ijstijd’, aangezien de winters deze eeuw vaak streng waren. Dit gold met name voor de winter van 1620-21, waarbij het IJ volledig dichtgevroren was.

Arent Arentsz, genaamd Cabel, heeft dit vastgelegd op een olieverfschilderij (1620-23) vanaf de noordoever van het IJ. Op de voorgrond van een van de eerste stadsgezichten van Amsterdam zien we verschillende taferelen, waaronder – hoe kan het ook anders – schaatsende mensen! Zowel jong en oud, man en vrouw, rijk en arm hebben de schaatsen ondergebonden. Zoals rechts op het schilderij is te zien, kende men in de zeventiende eeuw al ijshockey, of eigenlijk ‘kolf’. Uiterst rechts op het schilderij zien we een man en vrouw bezig met het opzetten van een koek en zopie-tent. Behalve vermaak moest er natuurlijk ook gewerkt worden. Zo zien we links in beeld dat er mensen een gat in het ijs hebben gemaakt om te vissen. Het schilderij is te bezichtigen in zaal 5 van het Amsterdam Museum.