Revoluties in Europa
In de lente van 1848 braken rellen uit in Frankrijk, Duitsland, Italië, Oostenrijk-Hongarije... in heel Europa waren revoluties gaande of pogingen daartoe. Overal klonk de roep om politieke hervormingen, waarbij de macht van koning of keizer drastisch zou moeten worden ingeperkt. In Frankrijk trad de koning zelfs af en werd de republiek uitgeroepen. Zou de revolutie ook overslaan naar Nederland? Van Eeghen maakte zich in Amsterdam ernstig zorgen, temeer daar zijn vrouw hoogzwanger was.
Wat een geluk dat juist uit dat jaar een klein dagboekje van hem bewaard is gebleven. Op 22 februari 1848 staan de eerste opmerkingen van Van Eeghen over de onrust in Frankrijk. ‘Eerste tijding vernomen van de oproerige gezindheden te Parijs; waaraan als toen niet veel gewigt meer gehecht.’ Dat klinkt alsof hij dit later heeft opgeschreven, toen hij al wist dat de situatie uit de hand zou lopen. (Meteen een waarschuwing voor biografen: ga er niet vanuit dat alles in een dagboek daadwerkelijk op de genoemde datum geschreven is.)
‘Toenemende treurige tijdingen uit Frankrijk’
Een paar dagen later beseft Van Eeghen dat het menens is. Op zondag 27 februari schrijft hij: ‘Heden en gisteren verkeerde hier elk in eene hevige spanning aangaande de laatste gebeurtenissen te Parijs. Mogten wij te midden van dezelve slechts het oog op Hem houden, die de harten der menschen in Zijne hand heeft.’ Twee dagen later wordt Jacoba geboren, een gezonde dochter. Van Eeghen is dankbaar en gelukkig, maar ook bang. Op 19 maart schrijft hij: ‘Heel Europa schijnt in eene staat van onrust en spanning. Zoo velen reeds van onze stadgenooten hebben al wat zij bezaten verloren en allen zien met angst en kommer de toekomst tegen.’
Op vrijdag 24 maart werd de angst van Van Eeghen werkelijkheid en bereikte de revolutie Amsterdam. Zo leek het in ieder geval. Na een oproep van een paar socialisten had zich een menigte van duizenden mensen op de Dam verzameld om 12 uur ‘s middags. Er was geen duidelijke leider, laat staan een duidelijk revolutionair plan maar wel een hoop onvrede over armoede en ongelijkheid. Een grote groep jonge mannen trok vanaf de Dam op naar het huis van de burgemeester, Pieter Huidekoper. Bij de voordeur van zijn grote huis aan de Herengracht troffen ze niet de burgemeester maar wel zijn trouwe knecht: Willemse. De in huis aanwezige dames waren in alle haast naar de buren gevlucht.
De heldhaftige Willemse
In het archief van de familie van Eeghen vond ik een foto van hem. Willemse (zijn voornaam ken ik niet) was jarenlang in dienst bij de Huidekopers, de schoonfamilie van Piet van Eeghen. C.P. van Eeghen jr herinnert zich de trouwe knecht in een brief uit 1876. ‘Nog dikwijls hoor ik van mijn oudere broeders, de beschrijving van zijne moedige verdediging in 1848 in het huis van onzen grootvader. Wat daar voorgevallen is zal zeker allen hetzij door verhalen hetzij door ooggetuigen zijn medegedeeld. Het waren angstige tijden – groote ontevredenheid heerschten alom, niet alleen in ons land maar in geheel Europa, er waren bepaalde of denkbeeldige grieven, de zucht was er naar iets nieuws, iets anders, iets beters.’
Hoe weten we niet, maar het is Willemse die middag gelukt om de oproerige massa van het huis van de burgemeester te verjagen. Daarop trokken de oproerige mannen verder over de grachten en sloegen toen maar bij andere rijke bewoners de ruiten kapot. Meestal staken ze dan ook de gordijnen in brand, naar goed Amsterdams gebruik. De massa ging verder naar het Reguliersplein, het huidige Thorbeckeplein. Daar werd de opstand door een daadkrachtige politiechef verrassend snel bedwongen. Eén schot in de lucht bleek genoeg te zijn om de menigte te verjagen.
Gods helpende hand
Het Damoproer is de geschiedenis ingegaan als een opstandje van niks. Langer dan een halve dag heeft het niet geduurd en nooit is de revolutie echt dichtbij geweest. Maar toch: wat als Willemse niet zo heldhaftig was geweest? Wat als iemand het huis van Huidekoper was binnengedrongen en hem een kopje kleiner had gemaakt? Moord op een burgemeester zou niet echt in een Amsterdamse traditie hebben gepast, maar leg dat maar eens uit aan de bange bewoners van een belegerd grachtenpand. Op dat moment wist niemand hoe de geschiedenis zou verlopen.
Toen ‘s avonds de rust was weergekeerd schreef Piet van Eeghen in zijn dagboek: ‘Angstigen dag voor ons allen. Doch waarin Gods helpende hand ons weder is nabij geweest. Mogen wij het nimmer vergeten; hoe Zijne magt de boosheid der ontevredenen heeft gestuit’. Of het nu de hand van God of de hand van Willemse was, de families Huidekoper en Van Eeghen konden weer rustig ademhalen. Intussen werd in Den Haag hard gewerkt aan een nieuwe grondwet, onder druk van de internationale onrust. Die grondwet zou voor Nederland de echte revolutie van 1848 zijn.