Levie de Lange, Het verhaal van mijn leven
Levie de Lange, Het verhaal van mijn leven. Opgetekend door Jaap Stigter, met een voorwoord van Frida Vogels (Amsterdam 2011).
Houdt het dan nooit op met die oorlog? Nee, het houdt nooit op en dat is volkomen terecht. Sommige verhalen moeten verteld worden, keer op keer op keer. Uitgeverij Van Oorschot bracht dit jaar opnieuw het levensverhaal uit van Levie de Lange. Het heeft sinds 1964, toen het voor het eerst werd uitgegeven, nog niets aan zeggingskracht ingeboet.
Het verhaal van mijn leven is het waar gebeurde verhaal van een joodse Amsterdammer, die in de Tweede Wereldoorlog zijn vrouw en vijftien kinderen verliest. Vijftien kinderen, dat aantal is niet te bevatten. Net als die miljoenen anderen zijn ze vergast in Auschwitz. De jongsten, een tweeling, zijn acht maanden oud als ze worden vermoord; de oudste is bijna twintig.
Het levensverhaal van Levie de Lange begint met de geschiedenis van de familie in de tijd van de crisis, voor de oorlog. Afgezien van wat klusjes op de markt heeft Levie geen baan. Hij leeft van de steun en later van de werkverschaffing in het Amsterdamse Bos. De armoede van het gezin De Lange is onbeschrijflijk. En toch blijven de baby's maar komen. Zelfs in 1942 krijgen Levie en zijn vrouw Jet nog een tweeling, hun veertiende en vijftiende kind.
Als lezer wil je ze toeschreeuwen: doe het niet, houd toch in godsnaam op met al die kinderen! Maar voor Levie en zijn vrouw, die zelf uit een groot gezin komen, hoort het gewoon bij het leven. Hij herinnert zich een buurvrouw, die eens tegen zijn vrouw zei 'Jullie lijken wel konijnen'. Zijn vrouw antwoordde eenvoudig: 'Je moet toch leven met je man'.
Hoe is het mogelijk dat Levie als enige van het gezin de oorlog overleeft? Veel had het niet gescheeld. Ongeveer gelijktijdig met zijn gezin wordt hij opgepakt en samen worden ze naar Auschwitz gedeporteerd. Daar, op het perron, scheiden de nazi's de mannen die nog kunnen werken van de vrouwen, kinderen en bejaarden. Het is de laatste keer dat Levie zijn vrouw en kinderen ziet. Direct na aankomst in Auschwitz moet hij weer verder, naar concentratiekamp Janowice. In de kolenmijnen van Janowice verricht hij dwangarbeid onder onmenselijke omstandigheden.
Hij is uiteindelijk de enige van zijn mijnwerkersploeg die het kamp overleeft. Er is iets onverwoestbaars aan Levie de Lange. Met een cynisch soort trots vertelt hij na de oorlog over het kamp: 'Ik hoorde eens op een keer een vent achter me zeggen: Die zullen we nog 'ns met een brok hout dood moeten slaan, want op een fatsoenlijke manier is die kerel niet kapot te krijgen'. Levie de Lange sterft in 1973 op 69-jarige leeftijd. Op een fatsoenlijke manier, voor zover de dood ooit iets met fatsoen te maken heeft.