Johannes Lingelbach maakte dit schilderij van de Dam in 1656, toen het beroemde gebouw van architect Jacob van Campen nog in aanbouw was. Vandaar de steigers. De bouw was begonnen in 1648, het jaar waarin er een einde kwam aan de Tachtigjarige Oorlog. Het paleis werd voltooid in 1665 (ook in de 17e eeuw duurde een bouwproces wel eens een jaartje langer dan gepland).

Paleis? Zo noemen we het nu, maar dit is natuurlijk het oude stadhuis. 'Het achtste wereldwonder' werd het wel genoemd, het symbool van de Amsterdamse Gouden Eeuw. Pas toen de Fransen Amsterdam hadden bezet, in 1808, veranderde het in een Koninklijk Paleis.

Halverwege de 17e eeuw was Amsterdam een van de belangrijkste steden ter wereld en dat straalt dit schilderij ook uit. Dit is een stad die leeft, die groeit, waar het een drukte is van belang. Overal zijn mensen: kruiers en eenvoudige kooplui, maar ook rijke burgers en hun bedienden. Wie goed kijkt ziet rechtsvoor een groepje kooplieden in Oosterse gewaden, met tulband.

Rechts achterin zijn de masten van schepen te zien. Vanaf het IJ konden ze rechtstreeks doorvaren tot aan de Dam, om goederen te laden en te lossen. Alle handelswaar werd gewogen in de Waag, het gebouw met het puntdak in het midden van het schilderij. Deze Waag heeft de Franse bezetting niet overleefd. Maar het Stadhuis, dat staat nog wel even, zij het dan als Paleis.