#020today: Mes voor de koosjere slacht
Al maanden worden in Nederland verhitte discussies gehouden over koosjer en halal slachten. In de tentoonstelling Buurtwinkels ligt een sjechieta, een mes voor de koosjere slacht van omstreeks 1900 uit de collectie van het Joods Historisch Museum.
Joden en moslims hebben (vergelijkbare) regels voor het ritueel slachten. Het moet onverdoofd gebeuren met een vlijmscherp mes door iemand die daartoe is opgeleid. Daarnaast zijn er nog andere voedselwetten, zoals het verbod op het eten van varkensvlees. In Amsterdam wordt koosjer (joods) en halal (islamitisch) geslacht in het slachthuis bij het Food Center Amsterdam.
Slachtmessen voor vee, waar dit mes een voorbeeld van is, moeten van goed, hard staal zijn, tenminste 36 cm. lang, glad en scherp over de gehele lengte en zonder enige 'schaarde' (inkeping). Iedere afwijking van deze voorwaarden heeft tot gevolg dat het vlees van het geslachte dier ongeoorloofd is voor consumptie. Dit mes is gebruikt door Hartog (Zwi) van Tijn (1879-1925). Na zijn huwelijk met Sophia ('Sientje') Kleinkramer nam hij de slagerij van haar vader aan de Boompjesstraat in Strijen over. Hij was daar sjocheet (ritueel slachter). In 1920 vertrok Zwi van Tijn met zijn gezin naar Amsterdam. In de vitrine (bij de afdeling vlees) liggen naast het mes en de houder enkele koosjerloodjes, die werden bevestigd aan vlees en vleesproducten die voldoen aan de joodse spijswetten, de Kasjroet.