Samen kijken naar de kaart van Amsterdam.

Samen kijken naar de kaart van Amsterdam.

Fietsen naar het centrum

Aangekomen op school worden we enthousiast onthaald door vijf meiden uit groep 7B, die graag hun lunchpauze opofferen om aan ons onderzoekje mee te werken. Zodra we een kaart van Amsterdam tevoorschijn halen, duiken ze er allemaal bovenop. Met wat hulp lukt het ze om de locatie van de school te vinden, daarna zijn hun huizen aan de beurt, die we met gekleurde stippen aangeven op de kaart. De meiden wonen allemaal dicht bij school, maar gebruiken toch verschillende begrippen en beschrijvingen om de plek waar ze wonen voor ons te omschrijven.

Ze kennen echter meer van Amsterdam dan slechts de omgeving van de Sint Janschool. Om te winkelen gaan ze naar het centrum, om te ontspannen naar het Vondelpark en voor hun hobby’s reizen ze soms zelfs helemaal naar Amstelveen – bijna alles op de fiets. De mooiste woonbuurten van Amsterdam vinden ze aan de gracht en aan het Vondelpark. De relevantie hiervan voor het projectteam Vaste Opstelling ligt in de bewustwording van de grenzen van de leefwereld van deze leeftijdscategorie.

De meiden wijzen enthousiast aan waar ze wonen.

De meiden wijzen enthousiast aan waar ze wonen.

Een vrije stad

Bij de abstractere vragen blijkt dat de meiden er allen een vrije blik op het leven in de stad op na houden. Amsterdam is niet van iemand (bijvoorbeeld de burgemeester), maar van alle inwoners tezamen: ‘De stad wordt gemaakt door iedereen.’ Alleen kunstenaars en architecten drukken volgens de meiden nog eens een extra stempel op het uiterlijk van de stad en daar kan ik ze geen ongelijk in geven.

Samen kijken naar foto's van verschillende woonplekken in Amsterdam.

Samen kijken naar foto's van verschillende woonplekken in Amsterdam.

De museumervaring

En of ze het Amsterdam Museum kennen? Bijna allemaal zeggen ze van wel, sommigen zijn er recent zelfs wel eens geweest. Toch zien ze een museum niet als een plek waar ze graag hun vrije tijd doorbrengen; tekenen en muziek maken winnen het met stip van een museumbezoek. De meiden hebben echter uitgesproken ideeën over hoe het museum leuker gemaakt kan worden. Een tentoonstelling is volgens hen geslaagd als het de bezoeker een overweldigende experience biedt, met veel mogelijkheden tot interactiviteit. Hierbij kan men denken aan zelf kiezen wat men ziet, zelf kunst maken of zelf iets opzoeken op een kaart of zoekplaat.

Bezoekers moeten daarnaast een goed gevoel aan de tentoonstelling overhouden. Centraal staan de drie V’s: vriendschap, vrede en vrolijkheid. De stad is van iedereen, dus een tentoonstelling over de stad moet ook over iedereen gaan. Niet alleen het grotere plaatje, maar ook de eigen buurt moet erin, met de nadruk op thema’s als ‘wonen’ en ‘vrije tijd’, die erg belangrijk zijn voor deze doelgroep.

Opvallend is dat de meiden een grotere rol toekennen aan het heden en de toekomst, dan aan het verleden, dat ze minder interessant lijken te vinden. Het is aan ons als historisch stadsmuseum om hier een gebalanceerde oplossing in te vinden voor de nieuwe vaste opstelling.