Petrus Parmentier

Petrus Parmentier (1602/1599-1681) woonde in de steegwoning die nog steeds, als een achterhuis, onderdeel is van het museum. Daarnaast huurde hij de zolderkerk en hield daar diensten, waarschijnlijk vanaf 1663. Parmentier werd terzijde gestaan door ongeveer 20 vrouwen; zij regelden de kerkbediening, zijn huishouding en andere zaken. Die vrouwen werden klopjes, geestelijke maagden of geestelijke dochters genoemd. Tegenwoordig zouden we deze hulpvaardige vrouwen ‘vrijwilligsters’ noemen. Een van hen was Sybilla Fontein.

De opdrachtgever en de schilder

In de kerk zal Sybilla ongetwijfeld de schilder Adriaen van de Velde (1636 - 1672) zijn tegengekomen. De gereformeerd gedoopte Adriaen werd na zijn huwelijk in 1657 katholiek en drie van zijn kinderen zijn in de zolderkerk gedoopt: Eva in 1664, Sara in 1666 en Aleida in 1667. In het jaar waarin Eva werd geboren, gaf Sybilla opdracht aan Van de Velde om voor de kerkruimte vijf passiestukken te schilderen.

Vervanging voor Parmentier

1664 was een slecht jaar voor Amsterdam. De pest heerste. Parmentier was ernstig ziek en vroeg aan zijn oversten in Gent om een vervanger. Die kwam. Onderzoek van conservator Thijs Boers wees uit dat die vervanger, pater Johannes van Eeckhout in vijf dagen van Dendermonde naar Amsterdam reisde. Hij had speciaal burgerkleding laten maken, om minder op te vallen in Amsterdam, waar de bevolking niet meer gewend was om religieuzen in geestelijke kledij te ontmoeten. Tot zijn blijdschap trof hij Parmentier redelijk gezond aan.

 

In een volgend blog meer informatie over de passiestukken van Adriaen van de Velde en Sybilla Fontein. De intrigerende vrouw, die in 1664 maar liefst 250 gulden besteedde aan schilderijen als geschenk aan een priester.