'Jezus bidt tot zijn hemelse vader in de hof van Getsemane'

Het eerste tafereel van de passieserie heeft de titel: Jezus bidt tot zijn hemelse vader in de hof van Getsemane. Christus bidt of de lijdensbeker hem bespaard mag blijven. Hij besluit evenwel met: ‘Maar laat niet wat ik wil, maar wat u wilt gebeuren.’ (Lucas 22:42). Christus’ rechterhand lijkt te suggereren dat hij de kelk – symbool voor zijn komende lijden en dood, (nog) niet wil aanvaarden. Blijkbaar heeft de schilder gedacht aan het eerste deel van het gebed van Christus om de lijdensbeker aan hem te laten voorbijgaan. De gelovige denkt aan deze gebeurtenis als de priester naar het altaar schrijdt en de schuldbelijdenis uitspreekt.

 

'De voorbereiding voor de Geseling'

Op het tweede schilderij wordt Christus vastgebonden. Een soldaat pakt een geselroede van de grond. De jongen links vouwt de mantel van Christus op. De geseling wordt in de vier evangeliën alleen terloops genoemd. ‘Toen liet Pilatus Jezus geselen (Johannes 19:1). Dit tafereel verwijst naar de consecratie van de hostie.

 

 ‘De Doornenkroning en de Bespotting’

In de derde scène kleden de soldaten Christus in een scharlakenrode mantel, ze vlechten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. En ze geven hem een rietstok in zijn rechterhand en vallen voor hem op de knieën. Spottend zeggen ze: ‘Gegroet, koning der Joden,’ en ze spuwen op hem. Nadat ze hem  hadden bespot, … leidden [ze] hem weg om hem te kruisigen.’ (Mattheüs 27:27-31, met variaties ook bij Marcus, Lucas en Johannes). Dit tafereel verwijst naar de consecratie van de hostie.

 

 'Jezus het kruis naar Golgotha'

Onderweg houden de soldaten Simon van Cyrene aan. Hij moet het kruis (helpen) dragen. Een grote volksmenigte volgde Jezus, waaronder enkele vrouwen (Lucas 23:26-27). De vrouw links reikt Christus een doek aan. Daarmee wordt zij vereenzelvigd met (de niet in de evangelieverhalen voorkomende) Veronica. Zij wiste met een doek het zweet van het gelaat van Christus. Die doek kreeg daarmee een afdruk van diens gezicht. Aan de ontmoeting met Veronica tijdens de Kruisdraging, refereert de priester als hij zijn handen boven de kelk heft.

 

‘Bewening onder het Kruis’

Het laatste schilderij toont als enige een tafereel na Christus’ dood.  Christus is losgemaakt van het kruis en op de grond gelegd. Aanwezig zijn Maria (met de donkere mantel) , Maria Magdalena (in het geel), Johannes en Josef van Arimatea. Josef vroeg aan Pilatus toestemming om Christus van het kruis te halen, vervolgens legde Josef hem in zijn eigen graf. De bewening komt in de evangeliën niet letterlijk voor. Tijdens de communie beleeft de gelovige deze gebeurtenis mee.

 

Wil je meer weten over de passieserie?  Lees hier andere blogs: