Vanuit een gezichtspunt bij het zuidertransept toont Emanuel de Witte ons het interieur van de Oude Kerk naar het noorden. De schilder stond zich enkele vrijheden toe ten opzichte van de werkelijke architectuur. Zo liet hij de trekbalken in het noordertransept weg en ook de grote kaarsenkroon op de kruising van de dwarsbeuken met het middenschip, die het zicht op het orgel zou blokkeren. Alle weglatingen tezamen gunnen ons een onbelemmerde blik op het glasvenster, maar geven de toeschouwer ook een gevoel van ruimtelijkheid.

Links in het middenschip staat een predikant op de kansel. Om hem heen zit een grote groep toehoorders. Een deftig geklede man, met naast zich een hond, staat achter de congregatie mee te luisteren. In een kerkbank rechts van de groep toehoorders zijn drie mannen in slaap gevallen. Geheel rechts komt een familie het beeld binnenwandelen. De Witte heeft de gezinsleden sterk benadrukt doordat juist het zonlicht op ze valt. Omdat ze bovendien nogal uitgewerkte, individuele gezichtstrekken vertonen, lijkt het gerechtvaardigd te vermoeden dat het hier om portretten gaat. Helaas is onbekend wie de geportretteerden zouden kunnen zijn. De Witte legde het interieur van de Oude Kerk meerdere malen vast. Ook schilderde hij, vanuit verschillende standpunten het noordertransept, met het in 1657 gemoderniseerde orgel. Mogelijk was dat de aanleiding voor de kerkmeesters van de Oude Kerk om het doek te verwerven.

Emanuel de Witte was een van de Nederlandse schilders die gespecialiseerd was in het schilderen van kerkinterieurs. Dat neemt niet weg dat biografen hem beschrijven als een moeilijke man, die slecht met zijn opdrachtgevers omging. Hij werd niettemin ook in zijn eigen tijd al geprezen om zijn kennis van het perspectief. Op dit schilderij heeft hij het éénpuntsperspectief toegepast, waarbij het verdwijnpunt ergens in de rechterwand van het noordertransept ligt.

Kijk hier voor meer informatie over dit object