De uit Antwerpen afkomstige schilder Cornelis van der Voort komt de eer toe het compositieschema voor het Hollandse regentenstuk te hebben geïntroduceerd: mannen – later ook vrouwen – in overleg aan de vergadertafel, die door handelingen en attributen verwijzen naar hun bestuurlijke verantwoordelijkheden. Tussen 1616 en 1618 produceerde hij maar liefst drie van dergelijke schilderijen, alle bedoeld als schoorsteenstukken voor de regentenkamers van Amsterdamse instellingen.

Het ligt voor de hand de tekening van een groep vergaderende bestuurders in een omlijsting met dit vroege trio in verband te brengen. Te oordelen naar de forse kragen en de hoge hoeden van de heren moet ze voor 1625 zijn gemaakt en elders in Holland werden toen nog geen regentenstukken geschilderd.

Van de drie vertoont Regenten van het Rasphuis (afbeelding hieronder) de meeste overeenkomsten met de tekening, alhoewel er onmiskenbaar verschillen zijn. De vier zittende regenten hebben hun blikken naar buiten gericht; drie van hen kijken ons aan. In de getekende versie, waarop persoonlijke trekken ontbreken, is de interactie levendiger en lijkt nog geen van hen acht op ons te slaan. Ook de bestuurlijke handelingen, met schrijfgerei en muntgeld, zijn op het schilderij gereduceerd. De vijfde persoon, die de vergadering opluistert met zijn binnenkomst, is op het schilderij een bescheiden bode met een briefje geworden.

Cornelis van der Voort, De regenten van het Rasphuis, ca. 1617

Cornelis van der Voort, De regenten van het Rasphuis, ca. 1617

Ondanks deze verschillen is het aannemelijk dat het blad door Van der Voort aan zijn opdrachtgevers is voorgelegd als een verkenning van de mogelijkheden qua compositie en inlijsting, waarna hij de uitwerking heeft afgestemd op hun wensen.

Maar er is meer. De in wassingen en contourlijnen aangegeven schaduwen wijzen op een primaire functie van het blad als studie naar de effecten van lichtval van links op zowel de portretgroep als de schilderijlijst en de console waar het geheel op rust. Schilders dienden nu eenmaal rekening te houden met de natuurlijke lichtval op de wand waarvoor het groepsportret was bestemd. De opvallende, fraai bewerkte console verraadt de invloed van bouwmeester en beeldhouwer Hendrick de Keyser (1565-1621). Hoewel diens betrokkenheid bij een schouwontwerp voor de regentenkamer niet is uit te sluiten, zal Van der Voort zeker ook zelf in staat zijn geweest om een dergelijke moderne console te tekenen.

Cornelis van der Voort, De regenten van het Binnengasthuis, 1617

Cornelis van der Voort, De regenten van het Binnengasthuis, 1617

Behalve de lichtval moesten schilders van groepsportretten ook de hiërarchie in plaatsing van de figuren in acht nemen. Doorgaans zijn op regentenstukken de langst dienende bestuurders zittend geportretteerd – en in het beste licht. Omstreeks 1617 was dit nog geen gemeengoed maar de twee heren links kunnen naar aanleiding van de tekening hun beoogde posities ter discussie hebben gesteld, waarna zij door Van der Voort uiteindelijk allebei zittend zijn afgebeeld, hun hoofden meer naar het licht toegewend.

Van de drie regentenstukken komt alleen in de Regenten van het Rasphuis het licht van links, andermaal een reden om de tekening aan de opdracht voor dat tehuis te verbinden. Te oordelen naar de nog enigszins behoudende compositie van het schilderij zal het Van der Voorts eersteling zijn geweest. De voorstudie ervan was dan voor de regenten nog te revolutionair, ze ligt aan de basis van een compleet nieuw genre binnen de portretkunst.

Norbert E. Middelkoop
Conservator schilderijen, tekeningen en prenten

Cornelis van der Voort, De regenten van het Oudemannen- en –Vrouwengasthuis, 1618

Cornelis van der Voort, De regenten van het Oudemannen- en –Vrouwengasthuis, 1618