De eerste zin grijpt me meteen. ‘Die man was fantastisch!’ zegt de bejaarde gids die de bezoekers tijdens de Open Monumentendag wegwijs maakt in het Drentse Veenhuizen. Als lezer denk je dan direct: daar zal wel een addertje onder het gras zitten. Dat blijkt ook zo te zijn, maar Sens blijft genuanceerd. Ze laat verschillende kanten van haar hoofdpersoon zien en maakt duidelijk waarom iemand als Multatuli hem verachtte vanwege zijn rol in Nederlands-Indië, terwijl anderen nog steeds vinden dat hij een standbeeld in Drenthe verdient.
Koloniën in binnen- en buitenland
Van Eeghen opereerde vooral in Amsterdam, op bescheiden schaal, altijd achter de schermen. Van den Bosch was een heel ander type: een bekende figuur in binnen- en buitenland. Een man van grote gebaren. Zo was hij het brein achter de Maatschappij van Weldadigheid, een plan om alle armen en verschoppelingen van Nederland aan het werk te zetten in koloniën, waar ze woeste gronden zouden ontginnen. Later werd hij gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. In die functie en vervolgens als minister van Koloniën was hij verantwoordelijk voor het omstreden Cultuurstelsel, dat de Javanen verplichtte om een vijfde van hun grond te verbouwen met producten voor de Europese markt, bij wijze van pacht.
Wat ik nog niet wist, is dat Van den Bosch ook een paar jaar de hoogste bestuurder was van Suriname en de Nederlandse Antillen (1827-1828). In die tijd draaiden deze Nederlandse koloniën nog geheel op slavernij. Van den Bosch was daar geen groot voorstander van, maar het economisch belang van Nederland kwam bij hem toch altijd op de eerste plaats. Afschaffing van de slavernij zou de Nederlandse staat nog veel te veel geld kosten, vond hij. Denk aan alle plantagehouders die een schadevergoeding zouden opeisen! Over schadevergoeding voor tot slaafgemaakten werd überhaupt niet gesproken. Wel probeerde Van den Bosch in Suriname een kolonie op te zetten naar het voorbeeld van de Maatschappij van Weldadigheid, waar alleen vrije mensen zouden werken. Daar kwam weinig van terecht, maar alleen al het plan was revolutionair.
Liever slavernij dan de ‘ondergang der kolonie’
Toen hij later minister van Koloniën was (1834-1839) heeft hij de afschaffing van de slavernij actief tegengewerkt. Sens geeft een veelzeggend citaat van Van den Bosch uit zijn deze periode:
‘mijns inziens behoort daar aan geen emancipatie te worden gedacht, zoolang het elders niet zal zijn gebleken, dat met vrije negers de grond op eene voldoende wijze kan worden bewerkt. Er kan, mijnes inziens, geen de minste reden bestaan om eene zoo gevaarlijke proef als de emancipatie is, die door geene drangredenen van bijzonder gewigt nu reeds als onvermijdelijk moet worden beschouwd, en waarvan de uitslag hoogst waarschijnlijk tot den ondergang der kolonie leiden zou, met overijling te nemen.’
Zoals Van den Bosch dachten er velen. Toch waren er in de vroege negentiende eeuw ook mensen die zich wél principieel tegen slavernij keerden. Denemarken had in 1792 als eerste Europese land de mensenhandel afgeschaft. Veel belangrijker was het voorbeeld van Groot Brittannië, dat in 1833 de slavernij afschafte. Ook in Nederland groeide het aantal tegenstanders. Maar Van den Bosch zag geen ‘drangredenen van bijzonder gewigt’ om ook in de Nederlandse koloniën de slavernij af te schaffen. Dat gebeurde pas in 1863, toen Van den Bosch al lang dood was. De voormalige slaven moesten na hun vrijlating tien jaar verplicht in loondienst blijven op de plantages. Echt vrij waren ze pas in 1873.
Doortastend
In de conclusie van haar boek beschrijft Sens Van den Bosch als een complexe figuur. Ze noemt hem een utopist en sociaal hervormer, maar ook een ‘pragmatische Macher’ die soms wat ‘al te doortastend’ te werk ging. Ik vraag me af of hij daar niet iets te makkelijk wegkomt. In de Veenkoloniën heeft hij ongetwijfeld veel tot stand gebracht. Maar had hij als minister van Koloniën niet doortastender kunnen zijn, door de slavernij in de Nederlandse koloniën af te schaffen in navolging van de Britten? Dat had hem pas écht tot een historische figuur gemaakt.