Onderzoek doen met een winkelschort voor
Buurtwinkels zijn ontmoetingsplekken voor bewoners en buurtwinkeliers kennen hun klanten en houden een oogje in het zeil; zij zijn de ogen op de straat. Om te achterhalen of dat zo is en hoe dat werkt hebben we met een aantal studenten sociologie etnografisch onderzoek gedaan in de eigen stad. Voldoen de buurtwinkels die hebben weten te overleven aan de verwachtingen en dragen ze in de geïndividualiseerde samenleving met zijn afkalvende traditionele verbanden bij aan de leefbaarheid, veiligheid en integratie?
Zestien studenten hebben in het voorjaar van 2009 en 2010 ieder een eigen buurtwinkel onderzocht. Dat wil zeggen een kleinschalige winkel, in handen van een zelfstandig ondernemer en waarvan een substantieel deel van de clientèle uit de buurt komt.
We hebben winkels uitgekozen in verschillende buurten van de stad en daarbij gezocht naar zowel traditionele buurtwinkels die al generaties in de buurt gevestigd zijn, als naar relatieve nieuwkomers, zoals de Turkse slager annex buurtsuper. We hebben vooral levensmiddelenzaken onderzocht: een bakker, een slager, een vishandel, verschillende buurtsupers, waaronder een biologische winkel en twee breed gesorteerde levensmiddelenzaken annex slagerij en delicatessen annex broodjeszaken. Bovendien onderzochten we een bloemist, twee dierenwinkels en een kapper.
Participerende observatie
Boodschappen doen is een alledaagse bezigheid. Wie over zoiets vanzelfsprekends meer te weten wil komen moet niet alleen met mensen praten maar vooral ook goed kijken naar wat ze doen, naar wat er gebeurt in zo’n winkel. Zes weken lang hebben de studenten hun ogen en oren de kost gegeven. Sommigen draaiden hele dagen mee in de winkel als stagiaire. Zoals antropologen bij verre vreemde volken via participerende observatie onderzoek doen, zo beoefenden de studenten die methode in eigen stad. Sommigen kregen het voor elkaar te participeren in winkelschort, ze vulden vakken, smeerden broodjes, hanteerden het slagersmes of bedienden de kassa. Anderen moesten het vooral hebben van het observeren, zij oefenden in onzichtbaarheid en hingen rond in de winkel, op verschillende dagen van de week en verschillende delen van de dag. Want iedere winkel heeft z’n eigen ritme: de oudere vaste klanten die al vroeg komen, de stroom van het gehaast kantoorpersoneel met lunchpauze, de moeders met kinderen na schooltijd…
Dit leverde beschrijvingen op van het ritme van de dag en de week, van verschillende categorieën klanten: van toevallige passanten die efficiënt en zakelijk behandeld worden tot vaste bezoekers die met hun naam worden aangesproken, die de sleutel in bewaring geven als thuis een pakketje wordt bezorgd en die later kunnen betalen (poffen) als ze hun portemonnee vergeten zijn. En alle gradaties van vreemd en bekend daartussenin.
Verschillende typen buurtwinkels
Er zijn verschillende typen winkels en winkeliers. Naast gevestigde winkeliers zijn er de nieuwkomers: migranten die nieuw zijn in Amsterdam of Amsterdammers die nieuw zijn in de middenstand. Ook de instelling van de ondernemer varieert. We zijn winkeliers tegengekomen die behoudend zijn ingesteld en vasthouden aan een traditionele bedrijfsvoering en we spraken met winkeliers die inventief zijn en voortdurend op zoek naar innovatie. Nieuwkomers zijn niet per definitie inventief en gevestigden niet noodzakelijk behoudend. Bovendien zijn het geen statische categorieën: wanneer nieuwkomers het redden en de volgende generatie de zaak overneemt, zijn nieuwkomers gevestigden geworden.
Behoudende gevestigden weten vooral te overleven omdat de huur laag is, de loonkosten gedrukt worden en omdat de klantenkring loyaal is. De bescheiden klantenkring bestaat vooral uit oudere buurtbewoners of ex-buurtbewoners die nog eens langskomen als ze in de buurt zijn. Banketbakkerij Van Gelderen uit de van Woustraat is zo’n winkel. 39 Jaar heeft dit familiebedrijf bestaan tot Ruud en Anja besloten er vorige zomer mee te stoppen.
Behoudende nieuwkomers zijn vooral migrantenondernemers die de zaak overnemen die autochtone bakkers, slagers en buurtsupers van de hand doen. Het winkelpand is oud, maar de ondernemers zijn nieuw. Zij houden het hoofd boven water dankzij lange dagen, lage lonen, inzet van het familienetwerk en redden het net met een breed assortiment van vergeten boodschappen. Mustafa, de Turkse ondernemer die vijftien jaar geleden Serhat Market opende in de Rhijnvis Feithstraat is zo’n nieuwkomer. Hij runt zijn piepkleine winkel op de hoek, samen met een paar Turkse medewerkers en heeft twee jaar geleden een tweede, grotere groenten- en fruitzaak aan de Overtoom geopend waar zijn neef Kurti de scepter zwaait.
Innovatieve gevestigden zijn de opvolgers die de familiezaak voortzetten maar het anders aanpakken door zich te specialiseren en nieuwe markten aan te boren: de kruidenier die zich steeds meer richt op delicatessen en de slager die traiteur wordt. Dat betekent al gauw een oriëntatie op het duurdere segment, waarbinnen ook biologische producten en duurzaamheid een trend zijn.
Loekie in de Utrechtsestraat, waar de boterhamworst van vader plaatsgemaakt heeft voor de uitgelezen selectie Franse kazen van de broers behoort tot deze categorie.
Of slagerij Bon in de Eerste Constantijn Huygensstraat, waar drie zoons de zaak van vader hebben overgenomen die minstens drie verschillende publieken weten te bedienen: de buurtbewoners, zowel de ouderen die al jaren in de zaak komen als de goedverdienende nieuwe bewoners, jong en snel; de medewerkers van de bedrijven in de buurt die in hun lunchpauze luxe belegde broodjes komen halen en, achter de schermen maar essentieel voor de omzet, de catering van lunches bij bedrijven.
De innovatieve nieuwkomers zijn nieuwkomers in de middenstand, ondernemers die niet van huis uit in de zaak gerold zijn maar zelf een winkel begonnen zijn en die inventief een klantenkring proberen op te bouwen.
Amad, de Iranese eigenaar van broodjeszaak annex traiteur Le Sud in de Spaarndammerstraat is zo’n ondernemer. Hij begon met een traditionele groentezaak en heeft die onlangs omgebouwd tot een mediterrane lekkernijen winkel.
Ook Erik van Eriks delicatessen op het Beukenplein past in het profiel. Opgeleid als maatschappelijk werker nam hij vijftien jaar geleden een melkhandel annex kruidenierszaak in de buurt over en heeft een bloeiende specialiteiten zaak weten op te bouwen met een vaste klantenkring.
Deze verschillende typen buurtwinkels vervullen nog steeds meer dan alleen een economische rol in het moderne buurtleven, maar niet voor alle klanten en zeker niet voor alle buurtbewoners. De klantenkring bestaat vaak uit een selectie van buurtbewoners.
Zie ook:
- Het moderne buurtleven
- Ogen op de straat
- De portretten