Zinloos

"Prinsengracht, 2 oktober 2005.
De Pool Thomasz Paja (24) werd wegens dronkenschap een bar uitgezet en kreeg later op
straat ruzie met drie mannen. Hij zou een kopstoot hebben gegeven, maar viel zelf in het
water. Paja probeerde aan wal te klimmen, maar werd met fietsen bekogeld. Hij verdronk. De
drie staken geen vinger uit. Een van hen was zwemkampioen, merkte de rechter op. De
verdachte: ‘Moet ik dan in het water springen? Het was donker en koud."

Hoe zinloos kan het einde van een leven zijn. Het verhaal van Paja is zomaar een greep uit de Moordatlas van Amsterdam, geschreven door misdaadhistoricus Eric Slot. Hij maakte een fascinerend overzicht van Amsterdamse moorden, geordend per straat en stadsdeel. In korte, heldere fragmenten geeft hij een boeiend inkijkje in de wereld van moord en doodslag, die voor de meesten van ons gelukkig prettig onbekend is.
De titel van het boek kan voor enige verwarring zorgen. Het is namelijk geen atlas, in die zin dat er geen kaarten in staan. Wie de moorden letterlijk in kaart gebracht wil zien gaat naar Slots website moordatlas.nl (nog niet volledig, maar al zeer de moeite waard). Verder belooft de ondertitel op de kaft een overzicht van álle moorden uit de geschiedenis van Amsterdam. Dat is natuurlijk volstrekt onmogelijk. Hoe kom je aan betrouwbare statistieken uit de Middeleeuwen, om maar eens iets te noemen?"

Moord Atlas online.

Het neemt niet weg dat Slot een indrukwekkend eind is gekomen op zijn macabere zoektocht naar meer dan honderd jaar hoofdstedelijke moorden. Hij heeft bijna alle moorden uit de periode 1900-2013 in kaart weten te brengen - de Tweede Wereldoorlog daargelaten. Bij zijn onderzoek kon hij voortbouwen op zijn eerdere publicaties Wandelingen door moorddadig Amsterdam (1998) en Met groot verlof. Liquidaties in crimineel Nederland (2009).

Huis-, tuin- en cafémoorden
Wie denkt aan moord in Amsterdam verwacht misschien in eerste instantie afrekeningen in de onderwereld, met mannen als Klaas Bruinsma en Cor van Hout. Of historische moorden zoals de - al dan niet racistische - moord op Kerwin Duinmeijer in 1983 (Damstraat) en natuurlijk die op Theo van Gogh in 2004 (Linnaeusstraat). Ze zijn allemaal terug te vinden in de Moordatlas, keurig per straat gerubriceerd. Toch zijn het vooral de vele banale huis-, tuin- en cafémoorden die opvallen.
Slot beschrijft op licht ironische toon een groot aantal volstrekt zinloze moorden. Neem de man die werd vermoord na een ruzie over oneigenlijk gebruik van een invalidenparkeerplaats (Govert Flinckstraat 2001). Of die arme oude dame, die in 1975 werd vermoord in de Korte Blekersstraat om een buit van vijftig gulden, een ketting en een ring. De dader was een bekende die haar ‘oma’ noemde. ‘Hij wurgde haar met de draad van een elektrische deken nadat de telefoondraad die hij daartoe had meegenomen was gebroken.’
Dit soort details maakt Slots moordverhalen soms bijna hilarisch om te lezen. Tot je je weer realiseert dat dit geen verzonnen detectiveverhalen zijn, maar echte moorden. Dit boek gaat over mensen die er niet meer zijn omdat een ander hen moedwillig heeft doodgemaakt: stuk voor stuk menselijke drama’s. Ervan uitgaand dat de meeste lezers niet bij de recherche werken: waarom zou iemand een boek vol van dat soort ellendige geschiedenissen eigenlijk willen lezen?

Rustig slapen
De verleiding om je eigen straat op te zoeken is in ieder geval onweerstaanbaar. Is het omdat het een veilig gevoel geeft te lezen dat daar nog nooit een moord is gepleegd, of tientallen jaren geleden voor het laatst? Het omgekeerde kan natuurlijk ook. Bewoners van de Zeedijk en de Oudezijds Achterburgwal hebben de twijfelachtige eer te wonen in een van de top-moordstraten van Amsterdam. Maar door de bank genomen lijkt het risico van een gewelddadige dood nogal mee te vallen, althans, voor wie zelf niet in de criminaliteit zit.
In het eerste decennium van de 21ste eeuw werden in Amsterdam 279 moorden gepleegd, gemiddeld 28 per jaar. Dat is een stuk minder dan in de jaren negentig, toen hier 480 moorden werden gepleegd. Opmerkelijk genoeg was juist dat welvarende decennium het bloedigste van de eeuw. Het feit dat de stad sindsdien een stuk veiliger is geworden heeft volgens Slot vooral te maken met drugs. Daarin wordt nog steeds veel gehandeld maar die handel is beter georganiseerd, waardoor er minder bloedige onderlinge afrekeningen zijn. Bovendien zijn er minder junks in de stad. Kortom, ook na het lezen van Moordatlas van Amsterdam kunt u in deze stad nog rustig slapen. Tenzij u zelf iets op uw kerfstok heeft natuurlijk.