Deze karakteristieke plek in Amsterdam, met het nieuwe stadhuis, de Nieuwe Kerk en de Waag, was een geliefkoosd onderwerp voor schilders. Opvallend is dat hier een toren bij de Nieuwe Kerk is afgebeeld - hij torent hoog uit boven het stadhuis -, terwijl deze in werkelijkheid dus nooit werd gebouwd.
De Nieuwe Kerk, waarvan de oudste delen dateren uit het begin van de 15e eeuw, is verschillende malen door brand geteisterd. Toen dat in 1645 opnieuw het geval was geweest, kwamen er weer plannen op tafel voor een toren, die hoger zou moeten worden dan de Dom in Utrecht. Er gingen meer dan zesduizend heipalen de grond in, sommige 'so dick als een lijvigh man om sijn middel'. De eerste steen voor de toren werd feestelijk gelegd in 1647.
Enkele burgemeesters hielden de bouw echter al snel tegen. De prioriteit kwam te liggen bij de bouw van het nieuwe stadhuis, die in 1648 een aanvang nam en alle geld en engerie opslokte. Bovendien zou een hoge kerktoren hun nieuwe stadhuis letterlijk en figuurlijk overschaduwen. Alleen de voet van de toren kwam gereed.
Dit onderste deel van de toren is prominent aanwezig op schilderij van Isaac Ouwater van meer dan een eeuw later (zie beneden). We zien de nog niet gedempte Nieuwezijds Voorburgwal met de achterkant van het stadhuis en links de Donkere Sluis, de brede brug pal voor de onvoltooide toren. Een groep vogels cirkelt rond het dak van het zuidertransept. In de doorkijk richting Dam heeft de schilder een blik op de Oude Kerkstoren opgenomen, die in werkelijkheid te ver naar het noorden staat om te kunnen worden waargenomen.
In 1783 werd de onderbouw van de toren voor de Nieuwe Kerk grotendeels afgebroken, met uitzondering van het gedeelte waar de balgkamer van het orgel zich op bevond. De aanstaande sloop kan voor Ouwater reden hebben gegeven om op de valreep aan te sluiten bij zijn voorgangers Ten Compe, De Beijer, La Fargue en Ekels, die allen de merkwaardige torenvoet in beeld hebben gebracht.
Klik hier voor meer informatie over het schilderij De Dam.