Nu het winterseizoen is aangebroken trakteren wij de digitale bezoeker ook dit jaar enkele malen op een wintergezicht uit onze museumcollectie. Vandaag is de keuze een schilderij van Adam Silo (1674-1760 ): Het IJ met een vloot walvisvaarders gezien vanaf het bolwerk Blauwhoofd. Dit werk bevindt zich in zaal 12 van het Amsterdam Museum.
#020today: Wintergezicht
Bevroren IJ met walvisvaarders
Op het schilderij zien we een vloot walvisvaarders op het dichtgevroren IJ voor Amsterdam. Vanaf het meest westelijke bolwerk Blauwhoofd oftewel Blaauwhooft, dat lag ter hoogte van het huidige Barentzplein, is het uitzicht naar het noordwesten weergegeven. Iets links van het midden, juist boven de landtong De Nes, zijn aan de einder de kerkjes van de dorpen Oostzaan en Landsmeer. Doorgaans lag de walvisvloot tussen de expedities in aangemeerd in de buurt van het Blauwhoofd. Dat het om walvisvaarders gaat, blijkt uit de overhangende dwarsbalken waaraan bij sommige schepen de kleine vangboten hangen.
Op de ijsschots links staat als datum van de voorstelling geschreven: 14 maart 1729; dat was aan het einde van één van de strengste winters sinds jaren. Op 30 november begon het te vriezen en de dooi zette pas in op 11 maart 1729. Op 14 maart zat het IJ nog dicht. Wel maakte de dooi het mogelijk smalle vaargeulen te hakken voor kleine bootjes, waarmee de walvisvaarders konden worden bereikt.
Weldra zal de vloot koerszetten naar Straat Davis, ten westen van Groenland. Tot ongeveer 1679 werd het walvisspek op Spitsbergen en Jan Mayeneiland tot traan gekookt. Toen de walvis uit die streken wegtrok, ging men jagen in de noordelijkere poolzeeën. Het spek werd nu aan boord ingekuipt en rechtstreeks naar het vaderland vervoerd. Vooral in Amsterdam en de Zaanstreek verrezen traankokerijen. Traan was de grondstof voor zeep en diende als lampolie en smeermiddel.
Klik hier voor meer informatie over dit object.
660 keer bekeken