In de 16de en 17de eeuw waren zogenaamde ‘leerzame’ prentenreeksen, die begrippen als de vier jaargetijden, de twaalf maanden of de zeven deugden verbeeldden, buitengewoon populair. Menig prentuitgever zorgde er dan ook wel voor, dat hij een of meerdere van deze series in zijn fonds opnam. Ook deze Januariprent maakt deel uit van zo’n serie van twaalf maandprenten, die Casper Luyken rond 1700 voor zijn toenmalige werkgever Christoph Weigel in Neurenberg etste. De prent is daarna met de hand ingekleurd door een professionele inkleurder oftewel ‘afsetter’, zoals men ze toen noemde.
In januari lag door de vrieskou het werk op het land grotendeels stil. Er was dus volop tijd om te schaatsen. Massaal bond men de ijzers onder en ging het ijs op, zoals we op menig geschilderd wintergezicht kunnen zien. Het ijs was dan dé ontmoetingsplek bij uitstek en niet zelden sprong daar een liefdesvonk over, zoals ook bij dit schaatsende paar, dat het -volgens het eronder staande gedicht- door de opwinding bijna vleugels leek te hebben gekregen.
Kijk hier voor meer informatie over dit object.