In 2013 werd in de duinen bij Groote Keeten (gem. Schagen) het skelet gevonden van een gesneuvelde Engelse soldaat met een musketgeweer. Blijkens zijn uniformknopen maakte hij deel uit van de Engels-Russische invasiemacht die in de nazomer van 1799 Nederland (toen Bataafse Republiek, een vazalstaat van Frankrijk) binnenviel. De aanval mislukte en de overgebleven geallieerde soldaten scheepten zich in november weer in en vertrokken. Het Amsterdam Museum bezit een tegeltableau dat deze laatste episode in de strijd verbeeldt en daarmee de mislukking van de hele geallieerde operatie.
#020Today: mislukte invasie in 1799
Verhaal achter gevonden skelet Engelse soldaat
Een stukje historische achtergrond. In 1795 was de oude Republiek der Zeven Verenigde Provinciën door Frans militair ingrijpen ten val gekomen. Stadhouder Willem V vluchtte naar Engeland. In ons land riepen revolutionairen de Bataafse Republiek uit, die gaandeweg uitgroeide tot een marionetstaat van Frankrijk. Reden voor een Engels-Russische invasiemacht om ons land aan te vallen met als doel prins Willem in zijn stadhouderlijke macht te herstellen. Op 27 augustus 1799 kwamen de soldaten aan land bij Groote Keeten omdat daar een belangrijke seinpost stond. Na aanvankelijke successen, zoals de inname van Den Helder en de Bataafse vloot, keerde het tij voor de geallieerden en moest de expeditie worden afgeblazen. Op 19 november verlieten de laatste Engelsen en Russen Noord-Holland in de buurt van Den Helder, ter hoogte van herberg het Wapen van Haarlem.
Het is precies deze gebeurtenis die door de Rotterdamse kunstenaar Dirk Langendijk (1748-1805) -dé chroniqueur van de turbulente jaren van de Bataafse Republiek- in prent is vastgelegd. Kort daarop zal de prent als voorbeeld zijn gebruikt door de schilder(s) van de Rotterdamse tegelbakkerij De Bloempot, waar het grote tableau voor een Zeeuwse opdrachtgever is vervaardigd. De beschildering is in mangaanpaars uitgevoerd, alleen de marmerimitatie is blauw.
De oorspronkelijke plaatsing van de tegels in een boerderij in Groede (gem. IJzendijke, Zeeuws-Vlaanderen) verschilde sterk van de huidige, vlakke toestand in het museum. In de boerderij dienden ze als bekleding van een driedimensionale schouwkap. De belangrijkste voorstelling, die van de inscheping van de troepen, bevond zich aan de voorkant. Op de afgeschuinde hoeken waren wapentrofeeën aangebracht en aan de korte rechte zijden de koppen van de elkaar vijandige bevelhebbers, respectievelijk Frederick, hertog van York en generaal Guillaume Brune.
Door afbraak van de historische boerderij in Groede in de jaren vijftig van de twintigste eeuw raakten de tegels aan het zwerven. In 1959 werden ze door het Amsterdamse Stedelijk Museum van de gemeente IJzendijke aangekocht, ter plaatsing in de toen juist gerenoveerde keuken van Museum Willet-Holthuysen; het Stedelijk voerde toen ook de directie over alle kleine gemeentelijke musea, waaronder genoemd grachtenhuismuseum. Daar doen de volledig in het muurvlak ‘gladgestreken’ tegels wat vreemd aan, precies op de plek waar tijdens de bewoning door de familie Willet-Holthuysen de pannensets tegen de muur hingen.
Maar de héle geschiedenis van het tableau is wonderlijk: een historische gebeurtenis in Noord-Holland, afgebeeld op een Rotterdams tegeltableau dat bestemd was voor een Zeeuwse boerderij. En de stoffelijke resten van die pas terug gevonden onbekende soldaat? Die zijn inmiddels herbegraven in zijn vaderland, op initiatief van de Goldstream Guards, het regiment waar hij in 1799 deel van uitmaakte.
Klik hier voor meer informatie over dit object. KA 10303 (tegeltableau),
1374 keer bekeken