Interactieve wetenschap
Micropia is gevestigd in Rijksmonument de Ledenlokalen aan de Plantage Kerklaan, een onderdeel van dierentuin Artis. Vanaf het eerste idee heeft het ruim twaalf jaar geduurd om het museum te ontwikkelen. Het is duidelijk dat er in deze tijdsperiode veel nagedacht is over de bezoekerservaring. Deze ervaring begint al in de lift naar het eerste deel van de opstelling, met een intrigerende film als binnenkomer. In de opstelling zelf is voor bezoekers ontzettend veel te doen: kastjes openen, knoppen indrukken, stempels verzamelen en door microscopen turen geven de bezoeker een klein beetje het idee ook wetenschapper te zijn. Interactiviteit staat hier duidelijk centraal.
Van sommige van deze activiteiten kan men zich echter afvragen wat ze bijdragen aan de algehele tentoonstelling. Het verzamelen van stempels lijkt geen direct nut te hebben en de zogenaamde ‘microbenscan’ (een computer met bewegingssensor, die vertelt hoeveel microben je met je meedraagt) geeft voor alle bezoekers willekeurige antwoorden. Doorklikken reikt de bezoeker slechts redelijk droge informatie aan, die niet lijkt te stroken met de opvallende vormgeving eromheen. Een vormgeving die overigens op de bovenverdieping totaal anders is dan op de begane grond, waardoor een vreemd soort breuk in de tentoonstelling ontstaat.
Een levende opstelling
Omdat Micropia kinderen als doelgroep heeft (dat is duidelijk te merken aan de hoogte van de vitrines en microscopen), kan het museum het projectteam Herinrichting Vaste Opstelling echter wel degelijk iets leren. Vooral de ‘levende’ onderdelen van de tentoonstelling spraken het projectteam erg aan, omdat ze waarde toevoegen aan een anders ‘dode’ opstelling. Met ‘levende’ elementen doel ik hier niet alleen op de microben, mieren en kikkers die in de opstelling te bekijken waren, maar ook op de medewerkers die er rondliepen. Publieksmedewerkers in witte jassen beantwoordden vragen van bezoekers en heuse laboratoriummedewerkers die achter een raam aan het werk waren, voegden een prettig menselijk element aan Micropia toe.
Dit levendige is echter een bekend voordeel van wetenschapsmusea ten opzichte van (kunst)historische musea, waar het toch iets moeilijker is om ‘leven’ in de opstelling te krijgen. Met bijdragen van publieksfiguren en bezoekers (bijvoorbeeld film- en audiofragmenten, foto’s of citaten) komt men al een heel eind, maar de vraag blijft of dit genoeg is. Het was in ieder geval een leerzaam kijkje over de schutting.