Achtergrondinformatie

Acht schilderfragmenten op linnen van de hand van Jacob Cornelisz van Oostsanen, met daarop afgebeeld het Mirakel van Amsterdam, behoren tot de grootste schatten van het Amsterdam Museum. De overzichtstentoonstelling in 2014 vormt de aanleiding tot onderzoek naar en behandeling van deze zeldzame doekschilderingen, zodat deze tijdens
de tentoonstelling en daarna in volle glorie te zien kunnen zijn.

De schildering van 'Het mirakel ter Heilige Stede' moet rond 1518 zijn ontstaan. De fragmenten verbeelden scènes uit het verhaal van een eucharistisch wonder dat in 1345 plaatsvond. Volgens het verhaal kreeg een stervende man in de Kalverstraat een hostie toegediend, die hij later weer uitbraakte. Het braaksel werd, samen met de hostie, door de meid in het haardvuur gegooid. De hostie bleek de volgende ochtend echter
ongeschonden te zijn en keerde telkens op wonderbaarlijke wijze weer terug in de open haard in de Kalverstraat, totdat zij in een processie naar de Oude Kerk werd gebracht.

Nadat het wonder officieel door de paus was erkend werd er voor de hostie een kapel gebouwd, die talloze pelgrims aantrok. Waarschijnlijk maakten Jacobs doekschilderingen deel uit van de decoratie van de kapel. Overigens was het verhaal niet alleen in de zestiende eeuw populair, ook vandaag de dag leeft het nog voort: de verering uit zich sinds eind negentiende eeuw in een stille tocht (de Stille Omgang) en trekt jaarlijks duizenden gelovigen naar Amsterdam.

Steun het onderzoek en stuur een kunstkaart. Daarmee doneer je direct € 1,45 aan de restauratie van de Mirakel-doeken.