De aanleiding voor haar tentoonstellingsplan was een jarenlange restauratie van Jacobs gewelfschildering in de Sint-Laurenskerk in Alkmaar. Destijds werden in Stedelijk Museum Alkmaar twee kleine tentoonstellingen gehouden over deze restauraties, waarbij onderdelen van de gewelfschildering ter plekke in het museum werden gerestaureerd. Lidewij vertelt bevlogen: “Toen beseften we ons nog meer wat voor bijzondere kunstenaar Jacob Cornelisz van Oostsanen is, en hoe graag we een tentoonstelling over deze Hollandse Meester wilden houden.”

Een dergelijk omvangrijk project bleek echter te complex voor Alkmaar alleen. Toevallig waren er bij het Amsterdam Museum ook al lange tijd diverse tentoonstellingsplannen over Van Oostsanen. De directeuren van beide musea vonden elkaar en smeedden een bijzonder samenwerkingsplan. Samen met gastconservator en kenner Daantje Meuwissen werden deze plannen vervolgens uitgewerkt. De rest is geschiedenis, en de voorbereidingen zijn inmiddels in volle gang.

Vanaf de restauraties was Lidewij al een echte fan van Jacobs werk: “Jacob heeft een fantastische schilder- en tekentechniek. Het straalt technische perfectie uit, zijn werken zijn zó gedetailleerd. Het ziet er zo fris uit. Hij vertegenwoordigde een bijzondere tijd, namelijk de overgang van de late middeleeuwen naar de Renaissance. En dat op latere leeftijd; hij heeft een enorme ontwikkeling laten zien. Jacob heeft een schitterend oeuvre opgebouwd. Sommige werken zijn echte juweeltjes, bijvoorbeeld mijn favorieten de David en Abigail, de Noli me Tangere en de Maria Magdalena.”

Lidewij hoopt, gepassioneerd over Jacob als ze is, dat ook de bezoekers van de tentoonstelling met liefde en bewondering naar zijn werk zullen kijken. “Ik hoop dat ze wat mee krijgen over de tijd waarin Jacob leefde, over zijn opdrachtgevers, de wereld waarin de vroege Hollandse Meesters opereerden, en het zestiende-eeuwse Noord-Hollandse stad en land.” Dat is ook het mooie aan deze tentoonstelling: dankzij de meerdere locaties krijgt de bezoeker de kans zich te verdiepen in alle aspecten uit Jacobs leven.

Tot slot nog de vraag aan Lidewij welk werk ze op de opening als eerste gaat bekijken. Dat blijkt nog niet zo makkelijk; Lidewij heeft meerdere favorieten. “Ik ben vooral heel benieuwd naar het Dubbelportret van Jacob en zijn vrouw Anna door hun zoon Dirck Jacobsz, dat als eerste werk in een eigen zaal wordt getoond. Het is een prachtig werk dat zich momenteel in Toledo, Ohio, bevindt en daar – terecht – wordt gepresenteerd als een topstuk. Ik heb het daar gezien, en over een tijdje hangt het gewoon hier. Stel je voor, ik kan niet wachten!”