Het Rijksmuseum kocht op de TEFAF bij kunsthandelaar Bob Haboldt het hier afgebeelde prachtige, monumentale schilderij De doorbraak van de Sint Anthonisdijk in Amsterdam door Jan Asselijn. We zijn verguld voor onze grote broer dat ze dit topwerk van Asselijn hebben weten te verwerven. Die doorbraak was een ramp van formaat, de dijk brak op twee plaatsen door, bij Jaaphannes en bij het plaatsje Oetewael (of Houtewael) en de hele Diemermeer (tegenwoordig Watergraafsmeer) liep onder. Pas kort tevoren, in 1629, was die polder drooggelegd. Op het nieuw verworven schilderij is de doorbraak bij Oetewael te zien.
#020today: Doorbraak van Anthonisdijk
Rijksmuseum verwerft Asselijn op TEFAF
De Hollandsche Mercurius schreef dat het water wel zestien voet hoog stond (ongeveer vijf meter) en dat de eigenaars van boerderijen en buitenplaatsen 'hun verdroncken Goederen' slechts vanuit 'Schuytjens' konden 'besichtigen'.
Het maakte grote indruk, die doorbraak, en enkele kunstenaars brachten de doorbraak en de daarop volgende herstelwerkzaamheden in beeld. Er was blijkbaar vraag naar beelden, om het gebeurde te blijven herinneren. Naast getekende voorstellingen en een aantal prenten en prentenreeksen zijn er ook meerdere schilderijen met dit thema overgeleverd, waaronder twee bij ons in het museum.
Asselijn schilderde zelf een aantal malen de ramp. Ook het Amsterdam Museum bezit een aan Asselijn toegeschreven werk dat de dijkdoorbraak voorstelt, vanuit dezelfde hoek als het schilderij van het Rijksmuseum. Het werk is wel een stuk kleiner en toch ook wel van mindere kwaliteit dan die in het Rijksmuseum. Bovendien laat het schilderij een ander moment zien. Waar in het stuk van het Rijksmuseum het water nog fors naar binnen stroomt, is op het stuk in onze collectie het waterniveau in de polder al nagenoeg gelijk aan die in het IJ.
Op een schilderij toegeschreven aan Willem Schellinks stroomt het water wel bijzonder theatraal de polder in. Getuige de gebaren van de figuren op de dijk zit de schrik er goed in. Schellinks maakte de voorstelling topografisch herkenbaar door de torens van Amsterdam in de achtergrond te schilderen, overigens veel dichterbij dan ze in werkelijkheid waren. Opvallend is dat Schellinks de wind van de verkeerde kant laat komen. De storm kwam uit het noordwesten, waardoor de dijk aan de zuidkant van het IJ onder druk kwam te staan. Getuige de rookpluim en de wapperende haren en kleding van de figuren komt de wind op Schellinks schilderij echter eerder uit het zuiden. Op de werken van Asselijn komt de wind wel uit de juiste richting.
Het schilderij van Schellinks is momenteel te zien is in de Hermitage Amsterdam in de tentoonstelling Hollanders van de Gouden Eeuw. Daar illustreert het één van de gevaren van het leven in een Hollandse stad in de Gouden Eeuw. Voor de topografische duiding van de locatie op dit werk verwijzen we naar de eerdere blog Dijkdoorbraak bij Amsterdam. Rampzalige overstroming in 1651.
2105 keer bekeken