Museum Memories was het motto van de bijeenkomst op 26 maart in Het Nieuwe Instituut en de stijlkamer was het onderwerp van gesprek. De stijlkamer - zo oud als het museum en een beproefde manier om het publiek te onderrichten over wooncultuur – lijkt opnieuw in de belangstelling te staan, zeker in Rotterdam waar de Griekse kunstenaar Andreas Angelidakis een installatie heeft neergezet met de stijlkamers uit de collectie van het Amsterdam Museum. De bijeenkomst vond plaats in het interieur van de zg Empire kamer die in deze tentoonstelling is opgebouwd.
Deelnemers aan de discussie waren Barbara Laan, gespecialiseerd in historische interieurs, Edwin Jacobs, directeur van het Centraal Museum Utrecht en Paul Spies, directeur van het Amsterdam Museum en een publiek van ongeveer vijftig belangstellenden. Barbara schetste een beeld van de geschiedenis van de stijlkamer en gaf enkele recente voorbeelden (Louvre,Versailles, V&A). Zij vroeg de beide directeuren of er een toekomst is voor de stijlkamer. Het antwoord was ja, en verschillende creatieve projecten in Utrecht en Amsterdam passeerden de revue, maar een scherp vergezicht tekent zich (nog) niet af.
Michiel van Iersel, Amie Dicke en Rafe Copeland gaven een artistiek commentaar op de stijlkamer en kwamen met concrete voorstellen voor een reanimatie van de stijlkamer in het Rijksmuseum, de zogenaamde Beuning kamer. Dit 18de-eeuwse interieur is afkomstig uit een grachtenhuis aan de Keizersgracht en heeft zeventig jaar lang dienst gedaan als stijlkamer in het Stedelijk Museum. Na jarenlang opgeslagen te zijn geweest in het depot van het Amsterdam Museum werd het in bruikleen gegeven aan het Rijksmuseum waar het nu als een prachtig voorbeeld van Hollandse rococo wordt gepresenteerd.
Het was een inspirerende avond, die nieuw licht wierp op de didactische mogelijkheden van het fenomeen stijlkamer. Wanneer de huidige digitale mogelijkheden worden geïncorporeerd is er nieuw leven voor het aloude medium mogelijk, zeker als de discussie over authenticiteit niet de overhand krijgt maar de interieurs vooral tot de verbeelding blijven spreken.