Thematische verhalen
De afgelopen maanden is het projectteam druk bezig geweest met het ontwikkelen van een aantal thema’s, waarmee we enerzijds verhalen kunnen vertellen over de geschiedenis van Amsterdam, en die anderzijds goed aansluiten bij de leefwereld van de doelgroep. Dat zijn de volgende thema’s geworden: wonen, dieren, eten, spelen en vervoer. Ook deze selectie is nog niet definitief, want in een serie proefopstellingen zal getest gaan worden welke thema’s ‘werken’ en welke niet.
’s Morgens vroeg melden vijf groep 8-ers, Milou, Isa, Rosan, Dette en Mimosa, zich bij het Amsterdam Museum, om een dagje mee te lopen als conservator. Ze krijgen een korte uitleg over de opdracht en gaan dan zelfstandig aan de slag. Waar denken zij aan bij elk van de thema’s? En wat verwachten ze hierbij in een museum te zien? Zodra ze dit op papier hebben gezet, mogen ze het museum in duiken om objecten bij de thema’s te zoeken. Aan het eind van de dag presenteren ze hun vondsten aan de twee conservatoren die meewerken aan de nieuwe vaste opstelling.
Hieronder volgen alle thema’s met uitleg van de groep 8-ers.
Wonen
Wie weet er tegenwoordig nog hoe huizen gebouwd worden? ‘Als ik in het museum zou rondlopen, zou ik graag willen weten hoe de gebouwen werden gemaakt,’ aldus één van de meiden. Dit idee kan breder doorgetrokken worden naar de stadsplanning en –ontwikkeling van Amsterdam, zowel door de geschiedenis heen, als in de toekomst. Want ook een mix tussen ‘oud’ en ‘modern’ wordt belangrijk gevonden: ‘Je moet vooral veel mengen in het nu en het verleden.’ Bij dit onderwerp ligt met stadskaarten en dergelijke altijd het gevaar op de loer dat een tentoonstelling te ‘plat’ wordt. De oplossing van één van de meiden: ‘Een beetje mengelingen van schilderijen en beelden.’
Dieren
‘Als je in het museum loopt, zie je vaak schilderijen of objecten over dieren.’ Hoewel veel museumbezoekers zich dit vaak niet realiseren, klopt dit helemaal. Op oude schilderijen lopen honden en vee vaak dwars door de mensen heen. Het vereist een interessante nieuwe blik om deze ongeziene details zichtbaar te maken. Nog minder gezien zijn wilde dieren, die ook in de stad leven. Bijvoorbeeld vossen, die zich haast nooit aan stadsbewoners laten zien. ‘Bij een tentoonstelling kan je bijvoorbeeld een opgezette vos neerzetten, want veel mensen weten niet hoe een vos er eigenlijk uitziet.’
Eten
Hoewel eten op zich al een interessant thema is, biedt het voor een museum ook een mooi bruggetje om de verschillende culturen van Amsterdam bespreekbaar te maken met de onderwijsdoelgroep. Maar ook om de geschiedenis van de Nederlandse eetcultuur te leren kennen: ‘Bij een tentoonstelling lijkt het me leuk om een oud hapje te mogen proeven. Dingen zoals oude blikjes en flesjes zijn ook leuk om tentoon te stellen,’ net als ‘oude stukjes van borden en glazen’. Ze sluit af met een blik in de toekomst, die al van enig historisch besef getuigd: ‘Ik hoop dat in de toekomst ons servies in musea te zien is.’
Spelen
‘Spelen, we doen het allemaal. Het is voor jong en oud, daarom heb je ook zo veel geschiedenis erover.’ Veel spelletjes van vroeger, zoals bikkelen, kennen we tegenwoordig niet meer. Wat volgt is een pleidooi voor een interactieve tentoonstelling, waarin bezoekers zelf dingen kunnen uitproberen, aanraken of ervaren uit de geschiedenis. Een manier van presentatie die beter bij het actieve thema ‘Spelen’ past, kan ik me niet bedenken.
Vervoer
‘In een museum zie je veel kunst over vervoer, zoals een koets met paarden of de oudste auto waar je in mag zitten.’ Met deze laatste zin doelt ze op de witkar, de eerste elektrische auto van Nederland, die in de afdeling twintigste eeuw van het Amsterdam Museum opgesteld staat. Maar vervoer kent ook een negatieve kant in een drukke stad als Amsterdam: ‘Fietsen in de stad die veel problemen maken, van toeristen die amper kunnen fietsen.’ Het is opvallend dat ook zulke jonge Amsterdammers al vinden dat toeristen niet in het plaatje van Amsterdam mogen ontbreken.