Onderzoek naar het hart is bepaald niet iets van de laatste jaren, zoals wel blijkt uit dit schilderij van Jurriaan Pool uit 1699. We zien hier twee overlieden van het chirurgijnsgilde, Cornelis Boekelman en Jan Six. De chirurgijn rechts houdt een instrument vast dat vermoedelijk dienst deed bij het prepareren van het hart dat de chirurgijn links in zijn hand houdt.
Het hart
Het hart is uit anatomisch oogpunt opvallend accuraat weergegeven. We zien het hart van voren. Het hartzakje is verwijderd net als alle grote en kleinere aders. Alle slagaders zijn daarentegen goed zichtbaar geprepareerd. Ze zijn – wellicht met behulp van het instrument dat de rechter chirurgijn vasthoudt – gevuld met lucht of een preparatiemateriaal.
De dikke boogvormige slagader die links uit het hart komt is de aorta, de belangrijkste lichaamsslagader die het bloed naar de rest van het lichaam transporteert, uit de boog vertakken kleinere vaten die met name het hoofd en de armen van bloed voorzien. Het dikke vat net naast de aorta is de longslagader, die zuurstofarm bloed naar de longen vervoert, zodat daar weer zuurstof toegevoegd kan worden.
De kleine vaatjes op het hart zelf zijn de kransslagaderen. Deze ontspringen als eerste uit de aorta, nog voordat de aorta het hart zelf verlaat. Deze kransslagaderen voorzien het hart zelf van bloed. Vaak is een belemmerde bloeddoorvoer van die kransslagaderen de oorzaak van hartfalen.
Onderzoek, toen en nu
De kennis van de anatomie van het hart kwam pas echt op gang in de renaissance, toen het besef doordrong dat kennis van de anatomie onontbeerlijk was om de oorzaak van ziekten te kunnen kennen. Het idee dat mensen een bloedsomloop hebben stamt pas uit 1628, toen William Harvey zijn boek De Motu Cordis (Over de beweging van het hart) publiceerde waarin hij demonstreerde dat het hart een pompfunctie heeft om het bloed door het hele lichaam te laten stromen.
Kennis en betere behandeling
De twee Amsterdamse chirurgijns laten op het portret zien dat ze kennis hebben genomen van de laatste stand van wetenschap en op basis daarvan hun beroep uitoefenen. Artsen van nu doen dat niet anders. Het wetenschappelijk onderzoek heeft niet stilgestaan en tegenwoordig weten we veel gedetailleerder hoe hartziekten ontstaan. Preventie en behandeling zijn alleen de laatste decennia al vele malen effectiever geworden. Toch kan het altijd nog beter. Bijvoorbeeld door te onderzoeken wat de verschillen zijn tussen hartziekten bij mannen en vrouwen of bij verschillende bevolkingsgroepen. Om dat onderzoek te kunnen bekostigen loopt u deze week dus kans op een collectant aan de deur. Doet u mee?