Portret van Joost Jansz. Bilhamer (1521-1590), Nicolaes Witsen naar anoniem, ca. 1700, Collectie Streekarchief Voorne Putten en Rozenburg, Brielle

Portret van Joost Jansz. Bilhamer (1521-1590), Nicolaes Witsen naar anoniem, ca. 1700, Collectie Streekarchief Voorne Putten en Rozenburg, Brielle

Curriculum Vitae

De ingenieur, landmeter, cartograaf, bouwmeester én beeldhouwer, Joost Jansz. wordt in 1521 geboren. Naar verluidt is hij een zoon van de metselaar Jan Joostzoon, die aan het achterhuis van de Keizerskroon aan de Kalverstraat 71 heeft gewerkt. Te mooi om waar te zijn; op deze plek is immers het weeshuis ontstaan. Zijn vader zou in 1568 gevlucht zijn voor de Raad van Beroerten; de beruchte, door Alva op verzoek van Filips II ingestelde Bloedraad. Of Joost in Amsterdam geboren is onzeker.

Bilhamer stapt twee keer in het huwelijksbootje. Zijn eerste echtgenote is Lijsbeth Jacobsdochter. Uit dit huwelijk wordt één kind geboren, dat op jonge leeftijd overlijdt. Zoon Jacob wordt op 11 maart 1578 in de Oude Kerk begraven. Op 21 maart 1586 huwt Joost Catharina Klaas-Gaefsdochter, een weduwe uit een aanzienlijke Amsterdamse familie. Het huwelijk wordt in de Nieuwe Kerk voltrokken. Vermoedelijk woont Joost een groot deel van zijn leven in de Kalverstraat, op steenworp afstand van het weeshuis.  ‘In den Lantmeter’, op het huidige nummer 120.

Joost Jansz. Bilhamer (Beeldsnijder), signatuur met bilhamer, Map van Noord-Holland ("Land caerte ende water caerte van Noort Hollandt ende West-Vrieslandt met d’aenliggende landen), 1575, Collectie Noord-Hollandse Archief

Joost Jansz. Bilhamer (Beeldsnijder), signatuur met bilhamer, Map van Noord-Holland ("Land caerte ende water caerte van Noort Hollandt ende West-Vrieslandt met d’aenliggende landen), 1575, Collectie Noord-Hollandse Archief

De ondernemer

Over de opleidingstijd van Joost is weinig bekend.  Over zijn werk evenmin. Het is slecht gedocumenteerd. In stadsrekeningen komt hij tussen 1566 en 1577 als ‘beeltsnijder’, in 1579 als ‘architect’ en van 1583 tot 1589 als ‘lantmeter’ voor. Joost opereert als zelfstandig meester en heeft een bloeiend bedrijf. Hoewel hij opdrachten van de stad Amsterdam ontvangt, is hij nooit in dienst van de stad geweest. Zijn werk is vernieuwend, zijn vakmanschap vermaard en zijn werkterrein strekt zich tot ver buiten de stadsgrenzen uit. Mogelijk werkt hij enige tijd in Antwerpen en Italië.

Made in Amsterdam

Dicht bij huis, in Amsterdam, wordt de door Joost voor de Minderbroeders ontworpen “Christus in de Hof van Olijve” alom geprezen. Om zijn hoge kwaliteit en om zijn levensechtheid. Mensen komen van heinde en verre naar het klooster om zich daarover te verwonderen. Dat maakt nieuwsgierig. Spijtig genoeg overleeft het werk de Beeldenstorm niet.

Ook de houdbaarheid van een knekelhuis aan de noordoostkant van de Nieuwe Kerk is beperkt. Dit aan Bilhamer toegeschreven ‘beenhuysje’ uit 1565 stort al een jaar na de bouw in. Mogelijk is een rammelend bouwskelet of slecht onderhoud hier debet aan.

In 1565 ontvangt Bilhamer van de stad Amsterdam de opdracht om een ontwerp te maken voor de verhoging van de toren van de Oude Kerk. Het is één van zijn meest prestigieuze projecten. Het resultaat mag er wezen, maar tegelijkertijd is de totstandkoming van de toren in nevelen gehuld. De torens van de Sint Stevenskerk in Nijmegen, het raadhuis in Utrecht en de Alkmaarse Waagtoren zijn op de Oudekerkstoren geïnspireerd. Bilhamer heeft vermoedelijk ook een ontwerp voor de toren voor de Nieuwe Kerk gemaakt. Dat ontwerp is helaas verloren gegaan. De toren is nooit gerealiseerd.

Het Burgerweeshuis

De enige gedocumenteerde opdracht krijgt hij van de regenten van het Burgerweeshuis, dat in 1580 het voormalige Sint Luciënklooster betrekt. Bilhamer tekent voor het ontwerp van de rijk geornamenteerde poort aan de Kalverstraat. Of hij ook daadwerkelijk de handen uit de mouwen steekt is niet bekend. Waarschijnlijk niet. In de rekeningen worden alleen betalingen aan zijn knechten vermeld. In 1581 is dit project afgerond. In latere eeuwen vinden er nog enkele kleine ingrepen plaats om de poort te worden zoals die nu is.

Het is niet de eerste kennismaking met het Burgerweeshuis en zijn inwoners. De winter van 1565 – 1566 is streng. Er heerst hongersnood. De wezen krijgen een eenzijdig maal voorgezet dat voornamelijk bestaat uit roggebrood en heel veel hennepkoeken. Met alle gevolgen van dien. De wezen zwerven als bezeten door de stad en moeten uit de toren van de net door Joost gerealiseerde Oudekerkstoren worden geplukt. Maar erger nog dan dat is het bezoek van één van de weesjongens aan Bilhamers atelier. De meester heeft net de laatste hand aan een Laatste Oordeel voor de Oude Kerk gelegd. De kleine raddraaier slaat het werk aan duizend stukjes. Het reliëf boven de poort is gelukkig een langer leven beschoren.

Theo van Reijn, Stedelijk Museum

Theo van Reijn, Stedelijk Museum

Afscheid

Joost overlijdt op 8 november 1590. Op 11 november wordt hij in de Nieuwe Kerk ter ruste gelegd. Eeuwen later wordt de ‘beeltsnijder’ zelf in steen gehouwen door Theo van Reijn. Zo siert hij sinds 1916 de gevel van het Stedelijk Museum aan de Paulus Potterstraat. Quasi nonchalant, met een model van de Oudekerkstoren in zijn hand. Voor ‘de eeuwigheid’ bewaard.

 

Bron: G. van Tussenbroek Joost Janszoon Bilhamer (1521-1590) landmeter en ingenieur; aannemer en beeldhouwer, In Jaarboek 99, Amstelodamum (2007) pp. 43-79