Dit woonoord werd gebouwd om de Turkse gastarbeiders, die in de jaren ’60 naar Nederland kwamen, onderdak te bieden. Het woonoord was vernoemt naar Mustafa Kemal Atatürk, de grondlegger en eerste president van de Republiek Turkije. De meeste Turken die hier woonden werkten bij de Nederlandse Dok en Scheepsbouw Maatschappij (NDSM). Deze fabriek begon eind 1967 met het werven van Turkse gastarbeiders via arbeidsbureaus om hun personeelstekort op te lossen.
Indeco-Coignet, Intervam en NDSM
Het woonoord werd in eerste instantie in 1966 gebouwd voor de gastarbeiders die bij de bouwbedrijven Indeco-Coignet en Intervam kwamen werken. De bouwbedrijven beloofden de bedden in het woonoord te zullen vullen, maar de ontwikkelingen in de bouwsector bleven echter achter. De hoeveelheid bouwopdrachten was minder dan verwacht en van de 120 Turken die voor de zomervakantie in 1967 bij Indeco-Coignet werkten, werden er 50 ontslagen. Hierdoor bleven de bedden in het woonoord ook voor een deel leeg. Vandaar dat de gastarbeiders die bij de NDSM kwamen werken ook hier werden ondergebracht.
Nederlandse gewoontes
Woonoord Atatürk beschikte over 34 wooneenheden, die elk onderdak boden aan acht man. Elke wooneenheid had een woonkamer, twee slaapkamers, een wasruimte, een bergruimte en een toilet. Daarnaast waren er ook een administratiegebouw, een ziekenkamer, een opslagruimte, een keukengebouw, een recreatieruimte en een gebedsruimte aanwezig op het woonoord. Er was een grote binnenplaats waar werd gevoetbald na de oprichting van het voetbalteam Ataspor in 1968. Ook oefenden een aantal Turken hier hoe zij moesten fietsen. Vaak deden zij dit ’s nachts met behulp van een aantal collega’s, omdat zij zich schaamden voor het feit dat zij niet konden fietsen.
De Turken en de Nederlandse regering gingen er van uit dat zij na een bepaalde periode in Nederland te hebben gewerkt weer terug zouden keren naar Turkije. Er werd daarom geen moeite gedaan om de Turkse gastarbeiders vertrouwd te maken met de Nederlandse samenleving. Zij leefden in een gemeenschap waar zij hun eigen taal spraken en vasthielden aan hun eigen gewoontes en gebruiken. Zij kregen dan ook geen les in de Nederlandse taal en kwamen zelden buiten het woonoord. Toch waren de Turkse gastarbeiders geïnteresseerd in het leren van de Nederlandse taal en leerden zij elkaar op de werkvloer losse woordjes die zij hadden gehoord.
Een hechte gemeenschap
Het woonoord ontwikkelde zich tot een hechte gemeenschap. Vanaf 1974 vond er een verandering plaats in het soort migranten dat naar Nederland kwam. De Nederlandse overheid kondigde in dat jaar namelijk een wervingsstop af voor Turkije en er werd een halt toegeroepen aan de binnenkomst van gastarbeiders. Dit kwam door de economische achteruitgang en automatisering waar Nederland mee te kampen kreeg. Hierdoor vielen er dan ook veel ontslagen, wat de terugkeer naar Turkije op korte termijn vrijwel onmogelijk maakte voor de gastarbeiders, omdat er geen salaris meer binnen kwam.
De toestroom van Turkse migranten stopte echter niet, maar nam wel een andere vorm aan. Veel gastarbeiders lieten in deze periode namelijk hun vrouw en kinderen overkomen uit Turkije en vertrokken uit het woonoord. In 1978 werd woonoord Atatürk definitief opgeheven en vrijwel tegelijkertijd werd ook de NDSM failliet verklaard.
Het Amsterdam Museum opent in juni de tentoonstelling Turkse Pioniers in Amsterdam. Deze tentoonstelling zal van 16 juni t/m 1 juli 2012 te bewonderen zijn in het tentoonstellingsgebouw Nieuw Dakota op de NDSM-werf in Amsterdam-Noord. De plek waar vele Turkse gastarbeiders, vol goede moed en met de hoop op een beter leven, naartoe kwamen om te werken. Van 4 oktober t/m 11 november 2012 zal deze tentoonstelling nogmaals worden vertoond in Podium Mozaïek aan de Bos en Lommerweg in Amsterdam-West.