Hans Duncker verzorgt de marketing voor het Stedelijk Museum Alkmaar. Dit betekent dat hij het museum bekend(er) probeert te maken, de boodschap van het museum communiceert en de doelgroep probeert te bereiken. Voor het project Van Oostsanen hield hij zich samen met het Amsterdam Museum voornamelijk bezig met de campagne, in samenwerking met Creatief Bureau VandeJong.
Daarnaast houdt Hans zich bezig met commerciële zaken in de winkel, zoals de merchandise voor de tentoonstelling. “Zo worden er in het museum kaarten, spiegeltjes, onderzetters en brillenpoetsdoekjes verkocht. Ook het ‘Berlijns Boekje’ wordt hier in de museumwinkel verkocht. En, niet te vergeten, de catalogus natuurlijk.” En op die catalogus is Hans erg trots. “Ik deed de onderhandelingen ervoor; het was heel spannend of het allemaal door zou gaan. Uiteindelijk is het een prachtig boek geworden; full colour en 320 pagina’s dik.”
Hans kende Jacob nog van zijn geschiedenislessen. “ Jacob is relatief onbekend gebleven, ondanks dat hij destijds een grote en bekende meester was. Iedereen kent nu Rembrandt en Vermeer nog, maar Jacob kennen ze niet meer. Misschien leefde hij gewoon in de verkeerde tijd; te laat om uit te bloeien in de middeleeuwen, en te vroeg voor de Renaissance. Jammer, want tijdens zijn leven was hij beroemd. Dat is hij nu ook nog in het buitenland, maar hier helaas niet meer.”
Onterecht, want Jacob was een grote meester. “Het was een echte ondernemer, een vernieuwer. Hij heeft zo’n prachtig oeuvre. Iedereen zal na het bezoeken van de tentoonstelling denken: waarom wist ik dit niet eerder?” Tot slot raadt Hans iedereen aan om de tentoonstelling zowel in Amsterdam als in Alkmaar te bezoeken. “De mogelijkheid om het hele oeuvre van Jacob bij elkaar te kunnen zien, op Nederlandse bodem, is uniek. En de tentoonstelling duurt maar 3,5 maand, dat maakt het nog exclusiever!”