Katten zijn nog maar relatief kort de vertederende YouTube-sterren die het vandaag de dag zijn. Pas aan het einde van de negentiende eeuw werd de kat in Nederland definitief een huisdier. Een lang proces van enerzijds verering en anderzijds demonisering ging hieraan vooraf. Zo werden katten in het oude Egypte vereerd, maar hadden ze tot het einde van de negentiende eeuw in de beeldende kunst een niet al te beste reputatie. Dat veranderde met de eerste kattententoonstellingen.
Paleis voor Volksvlijt
Het nut van een kattententoonstelling werd niet door iedereen ingezien. In 1871 werd de allereerste kattententoonstelling gehouden in Crystal Palace in Londen. In datzelfde jaar wijdde The Animal World een artikel aan de dwaasheid van een dergelijke tentoonstelling. Ook in Nederland was men aanvankelijk niet erg enthousiast. Op 10 mei 1890 werd de eerste Nederlandse tentoonstelling gehouden in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam. Drie dagen later verscheen een ingezonden stuk in De Maasbode, waarin de tentoonstelling als volgt beschreven werd: “Ik acht het nut van een katten-tentoonstelling problematisch, bijna even twijfelachtig als dat van tentoonstellingen van dikbuiken, zuigelingen, kaalhoofden en schoone vrouwen […]”
Op de Amsterdamse kattententoonstelling exposeerden ongeveer 70 inzenders, hoofdzakelijk uit de stad zelf. Behalve klassen voor de grootste, de zwaarste, etc. werd de volgende indeling gemaakt: Oost-Indische, Oost-Indische kortstaart, hangoorkatten uit China, knotstaartkatten van het eiland Man, Siamezen, langharige en kortharige katten, hoofdzakelijk in kleuren verdeeld, bijvoorbeeld de blauwe of de zwarte angorakat.
Op de tentoonstelling was veel te zien en te beleven. Bezoekers kregen niet alleen katten te zien, er werd ook veel te koop aangeboden: schilderijen, tekeningen, boeken, beeldjes en kattenmandjes. Sommige deelnemende katten waren te koop. Zo was er in de categorie ‘Zoogende kat met jongen’ de zwarte kat Minibus, vijf jaar oud en met vijf jongen, die voor vijf gulden werd aangeboden, met de aantekening: “bijzonder goede rattenvangster”.
Henriette Ronner-Knip
Henriette Ronner-Knip (1821-1909), bekend van haar kattenschilderijen, was goed vertegenwoordigd op de tentoonstelling. Niet alleen werden verschillende werken van haar ingebracht door derden, maar zijzelf bracht ook twee stukken in, waarvan er een, een olieverfstudie, te koop was.
Henriette werd in 1821 geboren in een artistieke Amsterdamse familie. Haar vader en grootvader waren net als zij kunstschilders. Zij studeerde bij haar vader, de landschapschilder Josephus Augustus Knip. Aanvankelijk was het de bedoeling dat zij portretschilder zou worden, maar na het succes van haar eerste schilderij, waarop een kat naar een vlieg zit te kijken, legde zij zich toe op het schilderen van dieren. Na haar huwelijk vestigde ze zich in Brussel, waar ze voornamelijk honden schilderde, maar nadat een kat de Brusselse woning betrok, werd zij de honden ontrouw en schilderde ze voornamelijk katten. Ten tijde van de Amsterdamse tentoonstelling was Henriette al zo’n vijftien jaar bezig met haar nieuwe hoofdthema.
In de collectie van de stad bevindt zich een vroeg werk van Henriette. Het schilderij is, vergeleken met haar latere werk, nog wat stijfjes. We zien een kat met haar jongen, afgebeeld in de nis van een door klimop overwoekerde boerenschuur. In de latere schilderijen hebben katten een plek veroverd in haar huis, zo mochten ze op de piano of zelfs op het bureau van Henriettes echtgenoot klimmen. Ook liet zij een speciaal kabinet vervaardigen, waarin ze haar katten plaatste om ze te kunnen observeren en naar de natuur te schilderen. Dit kwam haar composities zeer ten goede. Haar stijl werd losser en de katten meer aaibaar. Henriettes schilderijen vonden gretig aftrek. Ze verkocht en exposeerde in binnen- en buitenland, zelfs in de Verenigde Staten.
Om tegemoet te komen aan mensen met een kleinere beurs, werden van Henriettes populairste schilderijen prenten uitgegeven. Een voorbeeld daarvan is Domino!, ook wel Katjesspel genoemd, waarvan het Amsterdam Museum een exemplaar bezit. Deze lithografie is gemaakt naar een schilderij van Henriette, dat zich tegenwoordig in het Rijksmuseum bevindt. Hierop is een kleine kat te zien, die op een tafel met dominostenen speelt.
Prijspenningen
Tijdens de Amsterdamse tentoonstelling werden prijspenningen ingezet om de kattenliefhebberij te stimuleren. Van de 70 aangekondigde inzendingen kwamen echter slechts 56 eigenaren met hun katten opdagen, waardoor verschillende prijzen niet uitgereikt konden worden.
Het Amsterdam Museum bezit twee exemplaren, een zilveren en een bronzen. Op de penning is de kop van een kat te zien, met als omschrift de woorden “tentoonstelling katten Amsterdam”. Dat de penning ontworpen was door Henri, Graaf van Bijlandt, een notoire hondenliefhebber, mocht de pret niet drukken.
Succes
Ondanks de aanvankelijke scepsis kon de eerste Nederlandse kattententoonstelling als een succes worden beschouwd. Er kwamen op deze dag maar liefst ruim 4000 mensen af. Vooral ’s middags van 15.00-17.00 uur, toen de entreeprijs gehalveerd werd, liep het storm. Het succes van de tentoonstelling was een aanzet tot vele kattententoonstellingen die nog zouden volgen.