Tot in de 17de eeuw werd Amsterdam geteisterd door pestepidemieën. Soms waren dat hele hevige, zoals die in 1664, toen 24.000 inwoners aan de ziekte bezweken. Van oudsher werden de pestlijders opgevangen in pesthuizen binnen de stad, maar in 1630 werd dit pesthuis gebouwd, zo ver mogelijk buiten de stad aan de Overtoomse vaart, op de hoogte waar nu de Tweede Constantijn Huygensstraat is. Een beslist lommerrijke omgeving, waar het nieuwe pesthuis - nu ook Buitengasthuis genoemd - met het uiterlijk van een groot herenhuis mooi in oogde. Na 1664 werd de pest minder epidemisch en nam het huis ook krankzinnigen op, voor wie kleine hokken werden getimmerd, waar zij zelden uitkwamen. Dat was gebruikelijk, er bestond geen behandeling voor deze mensen, dus werden ze opgesloten. Tot 1893 heeft het Buitengasthuis als ziekenhuis gefunctioneerd. Het inmiddels behoorlijk vervallen gebouw kreeg in 1905 nog een bestemming als tehuis voor daklozen, maar is in 1937 na meer dan drie eeuwen trouwe dienst gesloopt.

Kijk hier voor meer informatie over dit object